Alonso Sánchez Coello is het meest bekend om zijn portretschilderkunst. Als hofschilder van Filips II gaf hij de kunstvorm een uitdrukking die lange tijd als typisch Spaans werd beschouwd. Geboren in 1531/32 in de buurt van Valencia, Spanje, verhuisde Sánchez Coello op 10-jarige leeftijd naar Portugal. Koning Jan III erkende het talent van de jonge kunstleerling en financierde zijn verblijf in Vlaanderen, waar hij vanaf 1550 werkte voor kardinaal Granvela en studeerde bij de Nederlander Antonio Moro. In 1552 keerde hij terug naar het Portugese hof en werkte ongeveer twee jaar voor de troonopvolger Jan Manuel. Toen zijn weduwe na zijn dood terugkeerde naar Spanje om het regentschap over te nemen voor haar broer Filips II, werkte Sánchez Coello voor de Infante Don Carlos in de koninklijke zetel te Valladolid. In 1559 keerde Filips II terug naar Spanje, maar zijn vroegere hofschilder Antonio Moro verliet het land uit vrees voor de inquisitie. Sánchez Coello volgde zijn leermeester naar de post van hofschilder en ging uiteindelijk in Madrid wonen bij de koning, die ook zijn vertrouweling werd. Een enorm succes, want tot dan toe had het Spaanse hof altijd de voorkeur gegeven aan buitenlandse kunstenaars.
Vanaf dat moment was de portretschilderkunst aan het hof in Spaanse handen. In zijn tijd als hofschilder maakte Sánchez Coello vooral portretten van de koninklijke familie, zowel ten voeten uit als ten voeten uit. Het formaat en de uitdrukking van de hoofse levensstijl van de portretten voldeden aan de representatiebehoeften van de koning en de adel. Het was geen toeval dat veel van dergelijke portretten naar andere hoven werden gezonden, waar zij bestaande banden versterkten en de aanspraak van de heerser op macht onderstreepten. Het eerste portret dat met zekerheid aan Sánchez Coello kan worden toegeschreven is het portret van de Infante Don Carlos. De schilder schilderde meerdere malen de Infanta Isabella Clara Eugenia, evenals haar zuster Katharina Michaela. Zijn goede relatie met Anne van Oostenrijk kwam ook tot uiting in een portret, en het enige bewaard gebleven portret van Filips II is ook van zijn hand. Naast de vele portretten maakte Sánchez Coello ook enkele religieuze werken, zoals het "Huwelijk van de heilige Catharina" (El Escorial) of "Sebastiaan met Christus en Maria" in San Geronimo in Madrid.
Zijn religieuze schilderijen vallen verder niet op. Zij voldoen aan de conventies van de tijd en zijn goed uitgevoerd wat het vakmanschap betreft. Zijn portretten daarentegen gaven deze kunstvorm een voornaamheid die tot Velazques als typisch Spaans zou worden beschouwd. De invloeden van zijn leermeester Antonio Moro zijn even herkenbaar als de indruk die Titiaan op hem maakte. Maar de waardige ernst van de voorstelling, de warme kleuren, de lichtheid van de pose en de uitstekende technische uitvoering getuigen van het onafhankelijke talent van de schilder, die de formaliteit en bescheidenheid van het Spaanse hof op voorbeeldige wijze vastlegde. Na zijn dood in 1588 nam een reeks leerlingen zijn artistieke nalatenschap over.
Alonso Sánchez Coello is het meest bekend om zijn portretschilderkunst. Als hofschilder van Filips II gaf hij de kunstvorm een uitdrukking die lange tijd als typisch Spaans werd beschouwd. Geboren in 1531/32 in de buurt van Valencia, Spanje, verhuisde Sánchez Coello op 10-jarige leeftijd naar Portugal. Koning Jan III erkende het talent van de jonge kunstleerling en financierde zijn verblijf in Vlaanderen, waar hij vanaf 1550 werkte voor kardinaal Granvela en studeerde bij de Nederlander Antonio Moro. In 1552 keerde hij terug naar het Portugese hof en werkte ongeveer twee jaar voor de troonopvolger Jan Manuel. Toen zijn weduwe na zijn dood terugkeerde naar Spanje om het regentschap over te nemen voor haar broer Filips II, werkte Sánchez Coello voor de Infante Don Carlos in de koninklijke zetel te Valladolid. In 1559 keerde Filips II terug naar Spanje, maar zijn vroegere hofschilder Antonio Moro verliet het land uit vrees voor de inquisitie. Sánchez Coello volgde zijn leermeester naar de post van hofschilder en ging uiteindelijk in Madrid wonen bij de koning, die ook zijn vertrouweling werd. Een enorm succes, want tot dan toe had het Spaanse hof altijd de voorkeur gegeven aan buitenlandse kunstenaars.
Vanaf dat moment was de portretschilderkunst aan het hof in Spaanse handen. In zijn tijd als hofschilder maakte Sánchez Coello vooral portretten van de koninklijke familie, zowel ten voeten uit als ten voeten uit. Het formaat en de uitdrukking van de hoofse levensstijl van de portretten voldeden aan de representatiebehoeften van de koning en de adel. Het was geen toeval dat veel van dergelijke portretten naar andere hoven werden gezonden, waar zij bestaande banden versterkten en de aanspraak van de heerser op macht onderstreepten. Het eerste portret dat met zekerheid aan Sánchez Coello kan worden toegeschreven is het portret van de Infante Don Carlos. De schilder schilderde meerdere malen de Infanta Isabella Clara Eugenia, evenals haar zuster Katharina Michaela. Zijn goede relatie met Anne van Oostenrijk kwam ook tot uiting in een portret, en het enige bewaard gebleven portret van Filips II is ook van zijn hand. Naast de vele portretten maakte Sánchez Coello ook enkele religieuze werken, zoals het "Huwelijk van de heilige Catharina" (El Escorial) of "Sebastiaan met Christus en Maria" in San Geronimo in Madrid.
Zijn religieuze schilderijen vallen verder niet op. Zij voldoen aan de conventies van de tijd en zijn goed uitgevoerd wat het vakmanschap betreft. Zijn portretten daarentegen gaven deze kunstvorm een voornaamheid die tot Velazques als typisch Spaans zou worden beschouwd. De invloeden van zijn leermeester Antonio Moro zijn even herkenbaar als de indruk die Titiaan op hem maakte. Maar de waardige ernst van de voorstelling, de warme kleuren, de lichtheid van de pose en de uitstekende technische uitvoering getuigen van het onafhankelijke talent van de schilder, die de formaliteit en bescheidenheid van het Spaanse hof op voorbeeldige wijze vastlegde. Na zijn dood in 1588 nam een reeks leerlingen zijn artistieke nalatenschap over.
Pagina 1 / 1