Begin jaren negentig bracht de veiling van zijn schilderij "Inferno" door het Londense veilinghuis Christie's 1,2 miljoen pond op. In de begeleidende catalogus wordt August Johan Strindberg zelfs omschreven als "een van de belangrijkste schilders van zijn tijd". Toch is de Zweed tegenwoordig bekender als schrijver dan als schilder. Hij is vooral beroemd om zijn drama's, waarvan hij er niet minder dan 60 schreef. Tot zijn belangrijkste werken behoren waarschijnlijk "Fräulein Julie" en "Der Totentanz".
Als vierde van acht kinderen van stoombootcommissaris Carl Oscar Strindberg genoot de jonge August Johan een goede opleiding. Zijn artistieke interesse werd echter pas later gewekt. Tijdens zijn studie geneeskunde, die hij om financiële redenen nooit voltooide, begon hij te schrijven en werd hij journalist en redacteur. Uiteindelijk kreeg hij een baan als secretaris bij de Koninklijke Bibliotheek. Het was ook in deze periode dat hij begon aan zijn satirische sociale roman "De Rode Kamer", die zijn doorbraak zou worden en de basis legde voor zijn grote literaire carrière. Toen hij in 1912 stierf aan maagkanker, genoot hij zo'n grote bekendheid dat de begrafenisstoet 60.000 mensen telde.
Maar ook als schilder heeft Strindberg zijn stempel gedrukt op de kunstgeschiedenis - al was het niet tijdens zijn leven. In die tijd stuitten zijn werken veeleer op onbegrip en zelfs scherpe kritiek, zelfs van zijn kunstenaarsvrienden. Dit weerhield Strindberg er niet van om zowel op het doek als achter de camera zijn interesses na te streven. Na het stuklopen van zijn huwelijk met de journaliste Frida Uhl, al zijn tweede vrouw na Siri op Essen, maakte de kunstenaar een fase door waarin hij leed aan depressies en waanideeën. Ook de scheiding van zijn derde vrouw Harriet Bosse ging hem psychisch zeer slecht af. De schrijver beweerde in een essay dat schilderen voor hem slechts een vrijetijdsbesteding was. Het schilderen hielp hem echter waarschijnlijk zijn gedachten te ordenen en zijn soms psychotische ervaringen te verwerken. Vooral toen hij weer last kreeg van writer's block, schilderde hij zichzelf vrij. Alleen al daarom is Strindbergs schilderkunst nauw verbonden met zijn literaire werk. Het zijn vooral dramatische landschappen die zijn vroege schilderijen kenmerken en die overeenkomen met zijn "Inferno"-fase als schrijver. Om rotsen en water vast te leggen gebruikte de kunstenaar vaak een spatel om de verf aan te brengen, waardoor het figuratieve meestal oploste. Hij mengde de kleuren zelf alleen op het doek. Daardoor lijken zijn schilderijen zoals "Golgotha, Dornach" of "Seestück mit Felsen" voor de toeschouwer onafgewerkt. Na de eeuwwisseling en in een veel helderder gemoedstoestand creëerde August Johan Strindberg vervolgens meer hoopvolle, bijna vrolijke voorstellingen die doen denken aan droomwerelden. De zee en de lucht zouden echter ook in deze met symbolen beladen en expressionistische werken zijn hoofdthema's blijven. De schilderijen van August Johan Strindberg zijn tegenwoordig onder meer vertegenwoordigd in de permanente collectie van het Zweedse Nationaal Museum.
Begin jaren negentig bracht de veiling van zijn schilderij "Inferno" door het Londense veilinghuis Christie's 1,2 miljoen pond op. In de begeleidende catalogus wordt August Johan Strindberg zelfs omschreven als "een van de belangrijkste schilders van zijn tijd". Toch is de Zweed tegenwoordig bekender als schrijver dan als schilder. Hij is vooral beroemd om zijn drama's, waarvan hij er niet minder dan 60 schreef. Tot zijn belangrijkste werken behoren waarschijnlijk "Fräulein Julie" en "Der Totentanz".
Als vierde van acht kinderen van stoombootcommissaris Carl Oscar Strindberg genoot de jonge August Johan een goede opleiding. Zijn artistieke interesse werd echter pas later gewekt. Tijdens zijn studie geneeskunde, die hij om financiële redenen nooit voltooide, begon hij te schrijven en werd hij journalist en redacteur. Uiteindelijk kreeg hij een baan als secretaris bij de Koninklijke Bibliotheek. Het was ook in deze periode dat hij begon aan zijn satirische sociale roman "De Rode Kamer", die zijn doorbraak zou worden en de basis legde voor zijn grote literaire carrière. Toen hij in 1912 stierf aan maagkanker, genoot hij zo'n grote bekendheid dat de begrafenisstoet 60.000 mensen telde.
Maar ook als schilder heeft Strindberg zijn stempel gedrukt op de kunstgeschiedenis - al was het niet tijdens zijn leven. In die tijd stuitten zijn werken veeleer op onbegrip en zelfs scherpe kritiek, zelfs van zijn kunstenaarsvrienden. Dit weerhield Strindberg er niet van om zowel op het doek als achter de camera zijn interesses na te streven. Na het stuklopen van zijn huwelijk met de journaliste Frida Uhl, al zijn tweede vrouw na Siri op Essen, maakte de kunstenaar een fase door waarin hij leed aan depressies en waanideeën. Ook de scheiding van zijn derde vrouw Harriet Bosse ging hem psychisch zeer slecht af. De schrijver beweerde in een essay dat schilderen voor hem slechts een vrijetijdsbesteding was. Het schilderen hielp hem echter waarschijnlijk zijn gedachten te ordenen en zijn soms psychotische ervaringen te verwerken. Vooral toen hij weer last kreeg van writer's block, schilderde hij zichzelf vrij. Alleen al daarom is Strindbergs schilderkunst nauw verbonden met zijn literaire werk. Het zijn vooral dramatische landschappen die zijn vroege schilderijen kenmerken en die overeenkomen met zijn "Inferno"-fase als schrijver. Om rotsen en water vast te leggen gebruikte de kunstenaar vaak een spatel om de verf aan te brengen, waardoor het figuratieve meestal oploste. Hij mengde de kleuren zelf alleen op het doek. Daardoor lijken zijn schilderijen zoals "Golgotha, Dornach" of "Seestück mit Felsen" voor de toeschouwer onafgewerkt. Na de eeuwwisseling en in een veel helderder gemoedstoestand creëerde August Johan Strindberg vervolgens meer hoopvolle, bijna vrolijke voorstellingen die doen denken aan droomwerelden. De zee en de lucht zouden echter ook in deze met symbolen beladen en expressionistische werken zijn hoofdthema's blijven. De schilderijen van August Johan Strindberg zijn tegenwoordig onder meer vertegenwoordigd in de permanente collectie van het Zweedse Nationaal Museum.
Pagina 1 / 1