Pagina 1 / 2
Charles André Van Loo (1705 - 1765), ook wel Carle Van Loo genoemd, kwam uit een beroemde familie van kunstenaars uit Vlaanderen. Zijn grootvader Jacob Van Loo was al schilder, net als zijn broer Jean-Baptiste Van Loo. Van alle Van Loos was Carle echter waarschijnlijk het meest succesvol. Zijn opleiding begon heel vroeg, omdat zijn vader stierf toen hij 7 jaar oud was. Hij moest dus bij zijn 21 jaar oudere broer Jean-Baptiste en zijn familie intrekken. Carle leerde niet alleen van zijn broer, maar kreeg ook de kans om lessen te nemen van bekende kunstenaars tijdens hun reizen naar Italië samen. Tijdens zijn tweede verblijf in Italië (1716 - 1718) ging hij in de leer bij de schilder Benedetto Luti en de beeldhouwer Pierre Legos.
Zijn eerste olieverfschilderij "De barmhartige Samaritaan" werd geschilderd rond 1723, nadat hij was teruggekeerd naar Parijs. Hij ontving zijn eerste eigen opdracht "Vertegenwoordiging van Jezus in de Tempel" in 1725, voordat hij zijn broer Jean-Baptiste steunde in enkele grotere opdrachten. Hij won de prijs Prix de Rome van de Franse Academie in 1724, die zijn verblijf in Rome zou moeten financieren. Omdat de Academie niet betaalde, moest Van Loo het geld voor de reis zelf verdienen. Dus hij maakte de reis pas in 1728. Ongeveer tegelijkertijd kwamen zijn concurrent François Boucher en zijn neefjes Louis-Michel en Francois Van Loo naar Rome. Carle Van Loo wist ook in Italië te overtuigen en steeg snel. Zijn schilderijen en plafondschilderingen trokken zelfs de aandacht van paus Benedictus XIII.
Na enkele jaren in Rome, Florence en Turijn te hebben gewerkt, keerde Carle in 1734 terug naar Parijs. Hij werd onmiddellijk aanvaard op de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Slechts enkele jaren later was hij zelf professor, later werd hij rector en uiteindelijk directeur van de Academie. Onder zijn leerlingen waren Jean-Honoré Fragonard, Boucher's schoonzoon Francois-Hubert Drouais of Johann Heinrich Tischbein the Elder. Van Loos' laatste levensperiode was ook zijn meest succesvolle. Hij werd gevraagd aan het hof, door de kerk en door vermogende particulieren, wat betekende dat zijn werken zeer gevarieerd waren. Twee keer mocht hij een portret van koning Lodewijk XV schilderen en een keer ook de koningin in Versailles.
Charles André Van Loo (1705 - 1765), ook wel Carle Van Loo genoemd, kwam uit een beroemde familie van kunstenaars uit Vlaanderen. Zijn grootvader Jacob Van Loo was al schilder, net als zijn broer Jean-Baptiste Van Loo. Van alle Van Loos was Carle echter waarschijnlijk het meest succesvol. Zijn opleiding begon heel vroeg, omdat zijn vader stierf toen hij 7 jaar oud was. Hij moest dus bij zijn 21 jaar oudere broer Jean-Baptiste en zijn familie intrekken. Carle leerde niet alleen van zijn broer, maar kreeg ook de kans om lessen te nemen van bekende kunstenaars tijdens hun reizen naar Italië samen. Tijdens zijn tweede verblijf in Italië (1716 - 1718) ging hij in de leer bij de schilder Benedetto Luti en de beeldhouwer Pierre Legos.
Zijn eerste olieverfschilderij "De barmhartige Samaritaan" werd geschilderd rond 1723, nadat hij was teruggekeerd naar Parijs. Hij ontving zijn eerste eigen opdracht "Vertegenwoordiging van Jezus in de Tempel" in 1725, voordat hij zijn broer Jean-Baptiste steunde in enkele grotere opdrachten. Hij won de prijs Prix de Rome van de Franse Academie in 1724, die zijn verblijf in Rome zou moeten financieren. Omdat de Academie niet betaalde, moest Van Loo het geld voor de reis zelf verdienen. Dus hij maakte de reis pas in 1728. Ongeveer tegelijkertijd kwamen zijn concurrent François Boucher en zijn neefjes Louis-Michel en Francois Van Loo naar Rome. Carle Van Loo wist ook in Italië te overtuigen en steeg snel. Zijn schilderijen en plafondschilderingen trokken zelfs de aandacht van paus Benedictus XIII.
Na enkele jaren in Rome, Florence en Turijn te hebben gewerkt, keerde Carle in 1734 terug naar Parijs. Hij werd onmiddellijk aanvaard op de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Slechts enkele jaren later was hij zelf professor, later werd hij rector en uiteindelijk directeur van de Academie. Onder zijn leerlingen waren Jean-Honoré Fragonard, Boucher's schoonzoon Francois-Hubert Drouais of Johann Heinrich Tischbein the Elder. Van Loos' laatste levensperiode was ook zijn meest succesvolle. Hij werd gevraagd aan het hof, door de kerk en door vermogende particulieren, wat betekende dat zijn werken zeer gevarieerd waren. Twee keer mocht hij een portret van koning Lodewijk XV schilderen en een keer ook de koningin in Versailles.