Charles Landelle werd beschouwd als een specialist als het ging om het authentiek afbeelden van individuele figuren. De Franse schilder werd geboren in 1821. Zijn vader kreeg een baan als caliograaf en muzikant in Parijs (Tuileries) en verhuisde met het hele gezin. Landelle kreeg de unieke kans om zich in te schrijven aan de École des Beaux-Arts in Parijs. Daar kreeg hij les van de Franse historieschilder van het academisch realisme, Paul Delaroche. Onder zijn leermeester leerde Charles Landelle het penseel nauwkeurig te hanteren en zijn observatievermogen aan te scherpen. De ontluikende schilder was niet alleen getalenteerd, maar ook zeer ambitieus. In 1841 maakte Landelle zijn tentoonstellingsdebuut. Zelfportretten en zowel religieuze als historische schilderijen werden tentoongesteld, met een zachte en gevoelige uitstraling.
Charles Landelle trouwde twee keer. Zijn tweede vrouw, Anaïs Beauvais, was ook schilderes en leerlinge van Lazarus Wihl, Pauline Carolus-Duran en Jean-Jacques Henner. Landelle schilderde zelfs religieuze schilderijen. Parijse kerken als St. Roch, St. Germain l'Auxerrois en St. Sulpice behoorden tot zijn opdrachtgevers. Frankrijk was niet de enige spil van zijn artistieke wezen. In 1865 ging Landelle op reis naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Hij reisde door Marokko, Algerije en Egypte. Hij vervolgde zijn reis duizenden kilometers de Nijl op met de Egyptoloog Auguste Mariette op sleeptouw. Tijdens deze fase van zijn leven maakte hij veel populaire werken. De schilder was ook een vertegenwoordiger van het oriëntalisme. De opening van het Suezkanaal in 1869 had de Europese belangstelling voor het Midden-Oosten al doen toenemen. Steeds meer kunstenaars tekenden of schilderden landschappen, vedute, architectonische monumenten, het dagelijks leven en kostuums in de heerschappij van het Ottomaanse Rijk. Ook Landelle was echt geobsedeerd door deze stroming.
Hij speelde graag met trefwoorden als sensualiteit en decadentie. Landelle maakte er een zaak van om het burgerlijke publiek sensuele en schilderachtige taferelen voor te schotelen. De kunstenaar verwerkte stijlelementen uit naburige culturele kringen vakkundig in zijn werken. Dit gebeurde vaak op een romantische manier. De portretten 'Rebekka' of de 'Joodse vrouw uit Tanger' stellen oosterse vrouwen voor die een verleidelijke schoonheid weerspiegelen. Met het schilderij "Nimf Ismene" had de schilder een ware mythe geschapen. Sommige van zijn werken verwijzen naar mythologische modellen. Het olieverfschilderij 'The Tempest' moet onderwerp van veel discussie zijn geweest. Het schilderij toont een naakte vrouw die dreigend haar arm naar voren strekt. In haar blik is pure vastberadenheid te lezen. Als een rots in het vuur staat de onbekende omringd door bulderend water en naderende vogels. Tot aan zijn dood wist Charles Landelle adembenemende kunstwerken van de foto's te maken.
Charles Landelle werd beschouwd als een specialist als het ging om het authentiek afbeelden van individuele figuren. De Franse schilder werd geboren in 1821. Zijn vader kreeg een baan als caliograaf en muzikant in Parijs (Tuileries) en verhuisde met het hele gezin. Landelle kreeg de unieke kans om zich in te schrijven aan de École des Beaux-Arts in Parijs. Daar kreeg hij les van de Franse historieschilder van het academisch realisme, Paul Delaroche. Onder zijn leermeester leerde Charles Landelle het penseel nauwkeurig te hanteren en zijn observatievermogen aan te scherpen. De ontluikende schilder was niet alleen getalenteerd, maar ook zeer ambitieus. In 1841 maakte Landelle zijn tentoonstellingsdebuut. Zelfportretten en zowel religieuze als historische schilderijen werden tentoongesteld, met een zachte en gevoelige uitstraling.
Charles Landelle trouwde twee keer. Zijn tweede vrouw, Anaïs Beauvais, was ook schilderes en leerlinge van Lazarus Wihl, Pauline Carolus-Duran en Jean-Jacques Henner. Landelle schilderde zelfs religieuze schilderijen. Parijse kerken als St. Roch, St. Germain l'Auxerrois en St. Sulpice behoorden tot zijn opdrachtgevers. Frankrijk was niet de enige spil van zijn artistieke wezen. In 1865 ging Landelle op reis naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Hij reisde door Marokko, Algerije en Egypte. Hij vervolgde zijn reis duizenden kilometers de Nijl op met de Egyptoloog Auguste Mariette op sleeptouw. Tijdens deze fase van zijn leven maakte hij veel populaire werken. De schilder was ook een vertegenwoordiger van het oriëntalisme. De opening van het Suezkanaal in 1869 had de Europese belangstelling voor het Midden-Oosten al doen toenemen. Steeds meer kunstenaars tekenden of schilderden landschappen, vedute, architectonische monumenten, het dagelijks leven en kostuums in de heerschappij van het Ottomaanse Rijk. Ook Landelle was echt geobsedeerd door deze stroming.
Hij speelde graag met trefwoorden als sensualiteit en decadentie. Landelle maakte er een zaak van om het burgerlijke publiek sensuele en schilderachtige taferelen voor te schotelen. De kunstenaar verwerkte stijlelementen uit naburige culturele kringen vakkundig in zijn werken. Dit gebeurde vaak op een romantische manier. De portretten 'Rebekka' of de 'Joodse vrouw uit Tanger' stellen oosterse vrouwen voor die een verleidelijke schoonheid weerspiegelen. Met het schilderij "Nimf Ismene" had de schilder een ware mythe geschapen. Sommige van zijn werken verwijzen naar mythologische modellen. Het olieverfschilderij 'The Tempest' moet onderwerp van veel discussie zijn geweest. Het schilderij toont een naakte vrouw die dreigend haar arm naar voren strekt. In haar blik is pure vastberadenheid te lezen. Als een rots in het vuur staat de onbekende omringd door bulderend water en naderende vogels. Tot aan zijn dood wist Charles Landelle adembenemende kunstwerken van de foto's te maken.
Pagina 1 / 1