De Belgische schilder Emile Claus was als kind al enthousiast over schilderen. Elke zondag liep hij drie kilometer naar een naburig dorp om naar een tekenschool te gaan. Hoewel hij deze school met hoge onderscheiding verliet, was zijn vader niet enthousiast over het idee van een kunstenaarsloopbaan voor zijn zoon en stuurde hem in plaats daarvan naar de Franse stad Lille, waar hij een opleiding tot bakker kon beginnen. Maar de drang om te schilderen liet de jonge Emile Claus niet los en hij besloot een brief te sturen om hulp te vragen aan de bekende componist Peter Benoit, die een familievriend was. Met enige moeite wist Benoit zijn vader ervan te overtuigen Claus te laten studeren aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Antwerpen. Op 33-jarige leeftijd verhuisde Claus naar een huisje genaamd "Zonneschijn" in Oost-Vlaanderen, waar hij de rest van zijn leven zou blijven wonen. Vanuit zijn studeerkamer had hij een prachtig uitzicht over de Leie (Leie). De lichtomstandigheden van zijn huis inspireerden hem in veel van zijn werken.
Claus boekte al snel succes als schilder en kwam in contact met andere kunstenaars. Tot zijn vrienden behoorden Auguste Rodin, Émile Zola en Maurice Maeterlinck, die later de Nobelprijs voor Literatuur won. Claus reisde vaak de wereld rond om tentoonstellingen van zijn werk te organiseren. De tragedie die zijn internationale succes tijdelijk onderbrak, kwam uiteindelijk in de vorm van de Eerste Wereldoorlog. Claus vluchtte naar Londen en vond een huis aan de oever van de Theems. Op het einde van de oorlog keerde hij terug naar België.
De schilderijen van Emile Claus vertonen een verscheidenheid aan motieven. In zijn vroege creatieve periode maakte hij vooral realistisch ogende portretten. Later werd hij beïnvloed door de Franse impressionisten zoals Claude Monet en stapte hij langzaam over van het realisme naar zijn eigen persoonlijke versie van het impressionisme. Deze stijl, waarvan Claus als een pionier wordt beschouwd, wordt vandaag het Luminisme genoemd. Belangrijke schilderijen uit de beginfase van dit luminisme zijn "De bietenoogst" en "De ijsvogels". Sinds 2007 staan deze twee schilderijen op de Vlaamse Cultuurgoedlijst. "De bietenoogst" is een schilderij van gigantische proporties, waarop boeren te zien zijn die suikerbieten schoffelen van een bevroren veld. Claus heeft het schilderij tijdens zijn leven nooit verkocht en na zijn dood schonk zijn weduwe het aan de stad Deinze - op voorwaarde dat er een afzonderlijk museum zou worden gebouwd om het te tonen. Claus stierf in 1924 op 64-jarige leeftijd. Zijn laatste woorden zouden zijn geweest: "Bloemen, bloemen, bloemen ...". Hij werd begraven in zijn eigen tuin.
De Belgische schilder Emile Claus was als kind al enthousiast over schilderen. Elke zondag liep hij drie kilometer naar een naburig dorp om naar een tekenschool te gaan. Hoewel hij deze school met hoge onderscheiding verliet, was zijn vader niet enthousiast over het idee van een kunstenaarsloopbaan voor zijn zoon en stuurde hem in plaats daarvan naar de Franse stad Lille, waar hij een opleiding tot bakker kon beginnen. Maar de drang om te schilderen liet de jonge Emile Claus niet los en hij besloot een brief te sturen om hulp te vragen aan de bekende componist Peter Benoit, die een familievriend was. Met enige moeite wist Benoit zijn vader ervan te overtuigen Claus te laten studeren aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Antwerpen. Op 33-jarige leeftijd verhuisde Claus naar een huisje genaamd "Zonneschijn" in Oost-Vlaanderen, waar hij de rest van zijn leven zou blijven wonen. Vanuit zijn studeerkamer had hij een prachtig uitzicht over de Leie (Leie). De lichtomstandigheden van zijn huis inspireerden hem in veel van zijn werken.
Claus boekte al snel succes als schilder en kwam in contact met andere kunstenaars. Tot zijn vrienden behoorden Auguste Rodin, Émile Zola en Maurice Maeterlinck, die later de Nobelprijs voor Literatuur won. Claus reisde vaak de wereld rond om tentoonstellingen van zijn werk te organiseren. De tragedie die zijn internationale succes tijdelijk onderbrak, kwam uiteindelijk in de vorm van de Eerste Wereldoorlog. Claus vluchtte naar Londen en vond een huis aan de oever van de Theems. Op het einde van de oorlog keerde hij terug naar België.
De schilderijen van Emile Claus vertonen een verscheidenheid aan motieven. In zijn vroege creatieve periode maakte hij vooral realistisch ogende portretten. Later werd hij beïnvloed door de Franse impressionisten zoals Claude Monet en stapte hij langzaam over van het realisme naar zijn eigen persoonlijke versie van het impressionisme. Deze stijl, waarvan Claus als een pionier wordt beschouwd, wordt vandaag het Luminisme genoemd. Belangrijke schilderijen uit de beginfase van dit luminisme zijn "De bietenoogst" en "De ijsvogels". Sinds 2007 staan deze twee schilderijen op de Vlaamse Cultuurgoedlijst. "De bietenoogst" is een schilderij van gigantische proporties, waarop boeren te zien zijn die suikerbieten schoffelen van een bevroren veld. Claus heeft het schilderij tijdens zijn leven nooit verkocht en na zijn dood schonk zijn weduwe het aan de stad Deinze - op voorwaarde dat er een afzonderlijk museum zou worden gebouwd om het te tonen. Claus stierf in 1924 op 64-jarige leeftijd. Zijn laatste woorden zouden zijn geweest: "Bloemen, bloemen, bloemen ...". Hij werd begraven in zijn eigen tuin.
Pagina 1 / 1