Jacob Jordaens leefde in de 16e eeuw en was een Vlaamse kunstenaar. Hij was een belangrijke meester van de Antwerpse School, die hij met zijn buitengewone schilderstijl beslissend heeft beïnvloed. Zijn schilderijen fascineren ons vandaag de dag nog steeds met hun verbazingwekkende energie en levendige verbeelding.
Jordaens begon zijn artistieke opleiding op 14-jarige leeftijd aan Adam van Noort in Antwerpen. Van Noort was onder meer de leermeester van de wereldberoemde en eersteklas schilder Peter Paul Rubens en genoot in die tijd een grote reputatie in de kunstwereld. Als volwassen man werd Jordaens ook geaccepteerd als meester in het zogenaamde Lucasgilde. Het vroegst overgebleven werk van Jordaens toont een Aanbidding van de Herders, die hij in 1616 schilderde. In datzelfde jaar trouwde hij met de dochter van zijn leermeester Van Noort. Alle getalenteerde jonge schilders uit die tijd, zoals Rubens of Anthony van Dyck , gingen in die tijd op een artistieke reis naar Italië. Dit werd zelfs als essentieel beschouwd. Ondanks zijn ambities heeft Jordaens deze gelegenheid niet aangegrepen om te leren van de kunsten van de Italianen. Hij bracht zijn leven door in het zuiden van Nederland en verliet zelden zijn geliefde vaderland.
Jordaen's schilderij "De dochters van Cecrop" laat duidelijk zien welke invloeden de jonge schilder op zijn schilderij heeft uitgeoefend. De kijker denkt meteen aan Ruben's zware, vlezige figuren en zijn kwalitatieve kleurstelling. De aandacht voor detail en de sterke zijverlichting brengt associaties met het werk van de Italiaanse schilder Caravaggio. Jordaens kwam waarschijnlijk in contact met zijn kunst via zijn Vlaamse kunstenaarscollega's die Rome hadden bezocht en imitators waren van de Italiaanse stijl.
De Antwerpse Augustijnen gaven voor de drie altaarstukken voor hun kerk niet alleen opdracht aan de grote kunstenaars Rubens en Van Dyck, maar ook aan de tegenwoordig minder bekende Jordaens. Zijn hele leven lang stond hij echter op gelijke voet met de Scandinavische kunstenaars. 1620 tot 1640 was Jordaens meest productieve creatieve periode. De werken uit zijn rijpe periode vestigden zijn reputatie als begenadigd schilder. Jordaen's onderwerpen waren grotendeels religieus. Er zijn ook een aantal illustraties gemaakt voor een fabel. Hij maakte van het martelaarschap van de heilige Apollonia een spectaculair, uitbundig tafereel. Hij leefde zijn creativiteit uit door verschillende variaties van een thema te herhalen op talrijke doeken. Opmerkelijk zijn ook Jordaens uitbundige taferelen van familiefeesten, vol komische en intelligente observaties van de traditie en cultuur van die tijd. Hij herinterpreteerde mythologische thema's in de geest van de parodie. Hij schilderde de god Jupiter als een jankend kind dat huilt om zijn melk.
Jordaens was ook een van de belangrijkste assistenten van Rubens. In de jaren 1630 kreeg hij de opdracht voor een monumentaal project en won Jordaen als lid van zijn team. Jordaens schilderde verschillende grote schilderijen naar Rubens' ontwerpen. Dit getuigt van de grote intimiteit tussen kunstenaars die zichzelf niet als rivalen zagen. De daaropvolgende jaren bleef de bescheiden Jordaen Rubens artistiek ondersteunen. Jordaens hielp ook met de uitvoering van de enorme fotocyclus voor het jachtslot van koning Filips IV in Spanje.
Een van Jordaens eigen grote projecten was de opdracht voor verschillende schilderijen voor de decoratie van het Huis ten Bosch bij Den Haag. Het belangrijkste beeld in deze opdracht was een scène van de triomfantelijke prins Frederik Hendrik in 1652. Jordaens verliet als volwassen man de Roomse Kerk en werd calvinistisch. Hij hield vaak diensten voor de protestantse communie in zijn eigen huis. Professioneel gezien had zijn bekering tot de Gereformeerde Kerk hem geen moeilijkheden opgeleverd, maar hij bleef toegewijde beelden schilderen voor zijn katholieke opdrachtgevers. Het olieverfschilderij "Christus onder de artsen" is een van zijn meest bijzondere religieuze late werken. Op een grappige manier verbeeldt hij de schriftgeleerden en Farizeeërs die naar het Kindje Jezus luisteren. Dit vormt een opvallend contrast met het sobere classicisme van de totale compositie.
Jacob Jordaens leefde in de 16e eeuw en was een Vlaamse kunstenaar. Hij was een belangrijke meester van de Antwerpse School, die hij met zijn buitengewone schilderstijl beslissend heeft beïnvloed. Zijn schilderijen fascineren ons vandaag de dag nog steeds met hun verbazingwekkende energie en levendige verbeelding.
Jordaens begon zijn artistieke opleiding op 14-jarige leeftijd aan Adam van Noort in Antwerpen. Van Noort was onder meer de leermeester van de wereldberoemde en eersteklas schilder Peter Paul Rubens en genoot in die tijd een grote reputatie in de kunstwereld. Als volwassen man werd Jordaens ook geaccepteerd als meester in het zogenaamde Lucasgilde. Het vroegst overgebleven werk van Jordaens toont een Aanbidding van de Herders, die hij in 1616 schilderde. In datzelfde jaar trouwde hij met de dochter van zijn leermeester Van Noort. Alle getalenteerde jonge schilders uit die tijd, zoals Rubens of Anthony van Dyck , gingen in die tijd op een artistieke reis naar Italië. Dit werd zelfs als essentieel beschouwd. Ondanks zijn ambities heeft Jordaens deze gelegenheid niet aangegrepen om te leren van de kunsten van de Italianen. Hij bracht zijn leven door in het zuiden van Nederland en verliet zelden zijn geliefde vaderland.
Jordaen's schilderij "De dochters van Cecrop" laat duidelijk zien welke invloeden de jonge schilder op zijn schilderij heeft uitgeoefend. De kijker denkt meteen aan Ruben's zware, vlezige figuren en zijn kwalitatieve kleurstelling. De aandacht voor detail en de sterke zijverlichting brengt associaties met het werk van de Italiaanse schilder Caravaggio. Jordaens kwam waarschijnlijk in contact met zijn kunst via zijn Vlaamse kunstenaarscollega's die Rome hadden bezocht en imitators waren van de Italiaanse stijl.
De Antwerpse Augustijnen gaven voor de drie altaarstukken voor hun kerk niet alleen opdracht aan de grote kunstenaars Rubens en Van Dyck, maar ook aan de tegenwoordig minder bekende Jordaens. Zijn hele leven lang stond hij echter op gelijke voet met de Scandinavische kunstenaars. 1620 tot 1640 was Jordaens meest productieve creatieve periode. De werken uit zijn rijpe periode vestigden zijn reputatie als begenadigd schilder. Jordaen's onderwerpen waren grotendeels religieus. Er zijn ook een aantal illustraties gemaakt voor een fabel. Hij maakte van het martelaarschap van de heilige Apollonia een spectaculair, uitbundig tafereel. Hij leefde zijn creativiteit uit door verschillende variaties van een thema te herhalen op talrijke doeken. Opmerkelijk zijn ook Jordaens uitbundige taferelen van familiefeesten, vol komische en intelligente observaties van de traditie en cultuur van die tijd. Hij herinterpreteerde mythologische thema's in de geest van de parodie. Hij schilderde de god Jupiter als een jankend kind dat huilt om zijn melk.
Jordaens was ook een van de belangrijkste assistenten van Rubens. In de jaren 1630 kreeg hij de opdracht voor een monumentaal project en won Jordaen als lid van zijn team. Jordaens schilderde verschillende grote schilderijen naar Rubens' ontwerpen. Dit getuigt van de grote intimiteit tussen kunstenaars die zichzelf niet als rivalen zagen. De daaropvolgende jaren bleef de bescheiden Jordaen Rubens artistiek ondersteunen. Jordaens hielp ook met de uitvoering van de enorme fotocyclus voor het jachtslot van koning Filips IV in Spanje.
Een van Jordaens eigen grote projecten was de opdracht voor verschillende schilderijen voor de decoratie van het Huis ten Bosch bij Den Haag. Het belangrijkste beeld in deze opdracht was een scène van de triomfantelijke prins Frederik Hendrik in 1652. Jordaens verliet als volwassen man de Roomse Kerk en werd calvinistisch. Hij hield vaak diensten voor de protestantse communie in zijn eigen huis. Professioneel gezien had zijn bekering tot de Gereformeerde Kerk hem geen moeilijkheden opgeleverd, maar hij bleef toegewijde beelden schilderen voor zijn katholieke opdrachtgevers. Het olieverfschilderij "Christus onder de artsen" is een van zijn meest bijzondere religieuze late werken. Op een grappige manier verbeeldt hij de schriftgeleerden en Farizeeërs die naar het Kindje Jezus luisteren. Dit vormt een opvallend contrast met het sobere classicisme van de totale compositie.
Pagina 1 / 4