James William Giles (1801-1870) was een bekende Schotse landschapsschilder. Zijn werken stonden in hoog aanzien en werden aangekocht door koningin Victoria en de Schotse aristocratie. Hij was ook lid van de Royal Scottish Academy. Geboren in Glasgow als zoon van een ontwerper in een plaatselijke katoenfabriek, verhuisde het gezin naar Aberdeen waar Giles' vader in een drukkerij werkte. Na diens vroege dood moest Giles op jonge leeftijd zijn eigen weg vinden. Op 13-jarige leeftijd begon hij zijn familie te onderhouden door te schilderen en nog voor hij 20 was gaf hij privé-lessen in Aberdeen. Op zijn 21e trouwde hij met de weduwe Clementina Farquharson en reisde vervolgens door Schotland en het Europese vasteland.
Bij zijn terugkeer vestigde hij zich in Glasgow en werd hij lid van de Royal Scottish Academy en de Spalding Club. Zijn carrière bracht hem bekendheid en bescheiden rijkdom. Giles was een buitengewoon veelzijdig kunstenaar. Naast zijn werk als landschaps- en portretschilder droeg hij bij aan de vormgeving van Aberdeen als stadsplanner en landschapsarchitect. Zijn nauwe vriendschap met George Hamilton-Gordon, 4e graaf van Aberdeen en toenmalig Brits premier, was van groot belang. Hij ontwierp de tuinen en het parklandschap van de graaf in Haddo House in Aberdeenshire en schilderde het oude Balmoral Castle. Koningin Victoria was zo onder de indruk van dit schilderij dat zij het kasteel huurde en uiteindelijk kocht om er haar Schotse residentie van te maken. In latere jaren kreeg Giles verschillende opdrachten voor de koninklijke familie. Een ander opmerkelijk werk van Giles is zijn postuum gepubliceerde tekeningen van de kastelen van Aberdeenshire, een serie van ongeveer negentig aquarelschetsen gemaakt tussen 1838 en 1855. Ze zijn schitterend uitgevoerd en bieden een prachtig inzicht in de oude Schotse gebouwen.
Hoewel zijn eerste successen betrekking hadden op portretten, was het zijn tijd in Italië die hem een diepe liefde voor de klassieke landschapsschilderkunst bijbracht. Hij exposeerde regelmatig bij de Royal Scottish Academy en was ook vertegenwoordigd bij het British Institution in Londen en de Royal Academy. Zijn laatste werk was een onvoltooid zelfportret van hemzelf, zijn vrouw en jongste zoon. Hoewel Giles tijdens zijn leven werd beschouwd als een van de belangrijkste kunstenaars van Aberdeen, werd hij in latere studies over Schotse kunst vaak over het hoofd gezien omdat hij het grootste deel van zijn carrière in Aberdeen en niet in Londen doorbracht. Ondanks deze uitdaging liet Giles een opmerkelijke artistieke erfenis na die vandaag de dag nog steeds in veel van zijn werken te zien is.
James William Giles (1801-1870) was een bekende Schotse landschapsschilder. Zijn werken stonden in hoog aanzien en werden aangekocht door koningin Victoria en de Schotse aristocratie. Hij was ook lid van de Royal Scottish Academy. Geboren in Glasgow als zoon van een ontwerper in een plaatselijke katoenfabriek, verhuisde het gezin naar Aberdeen waar Giles' vader in een drukkerij werkte. Na diens vroege dood moest Giles op jonge leeftijd zijn eigen weg vinden. Op 13-jarige leeftijd begon hij zijn familie te onderhouden door te schilderen en nog voor hij 20 was gaf hij privé-lessen in Aberdeen. Op zijn 21e trouwde hij met de weduwe Clementina Farquharson en reisde vervolgens door Schotland en het Europese vasteland.
Bij zijn terugkeer vestigde hij zich in Glasgow en werd hij lid van de Royal Scottish Academy en de Spalding Club. Zijn carrière bracht hem bekendheid en bescheiden rijkdom. Giles was een buitengewoon veelzijdig kunstenaar. Naast zijn werk als landschaps- en portretschilder droeg hij bij aan de vormgeving van Aberdeen als stadsplanner en landschapsarchitect. Zijn nauwe vriendschap met George Hamilton-Gordon, 4e graaf van Aberdeen en toenmalig Brits premier, was van groot belang. Hij ontwierp de tuinen en het parklandschap van de graaf in Haddo House in Aberdeenshire en schilderde het oude Balmoral Castle. Koningin Victoria was zo onder de indruk van dit schilderij dat zij het kasteel huurde en uiteindelijk kocht om er haar Schotse residentie van te maken. In latere jaren kreeg Giles verschillende opdrachten voor de koninklijke familie. Een ander opmerkelijk werk van Giles is zijn postuum gepubliceerde tekeningen van de kastelen van Aberdeenshire, een serie van ongeveer negentig aquarelschetsen gemaakt tussen 1838 en 1855. Ze zijn schitterend uitgevoerd en bieden een prachtig inzicht in de oude Schotse gebouwen.
Hoewel zijn eerste successen betrekking hadden op portretten, was het zijn tijd in Italië die hem een diepe liefde voor de klassieke landschapsschilderkunst bijbracht. Hij exposeerde regelmatig bij de Royal Scottish Academy en was ook vertegenwoordigd bij het British Institution in Londen en de Royal Academy. Zijn laatste werk was een onvoltooid zelfportret van hemzelf, zijn vrouw en jongste zoon. Hoewel Giles tijdens zijn leven werd beschouwd als een van de belangrijkste kunstenaars van Aberdeen, werd hij in latere studies over Schotse kunst vaak over het hoofd gezien omdat hij het grootste deel van zijn carrière in Aberdeen en niet in Londen doorbracht. Ondanks deze uitdaging liet Giles een opmerkelijke artistieke erfenis na die vandaag de dag nog steeds in veel van zijn werken te zien is.
Pagina 1 / 1