Pagina 1 / 4
Op een donkere dag in november 1699 zag hij het daglicht in Parijs: Jean Siméon Chardin. Geboren als oudste zoon van een meester-timmerman in de kunstenaarswijk Saint-Germain-des-Prés, zou hij later het bedrijf van zijn vader overnemen. Daarom kreeg hij een opleiding tot ambachtsman. Maar pas even later werd zijn ware roeping, zijn schildertalent, duidelijk. Zijn vader, die dit niet onbewust was, stuurde hem op 19-jarige leeftijd naar Pierre Jacques Cazes. Maar de methoden die Chardin gebruikte om les te geven in zijn atelier waren meer dan mager. Hij moest niets anders dan hechtingen kopiëren!
De jongeman besloot zijn leertijd bij Noel-Nicolas-Coypel voort te zetten omdat hij hoopte daar meer te leren. Het was door hem dat Chardin's interesse in stillevens eindelijk werd gewekt. Toch bleef hij trouw aan zichzelf en beperkte zich niet tot de stijl van de tijd. Zijn werken kenmerkten zich veeleer door een bijzonder individualisme dat zich uitte in helderheid en bescheidenheid. De perfectie van zijn composities was voor hem het belangrijkst, meer nog dan de thema's zelf. Bijna geen enkele andere schilder was in staat om zoveel leven in zijn schilderijen te blazen. Hij hoefde ook nooit rond te reizen om inspiratie te vinden in verre landen. Chardin verwierf grote bekendheid met zijn genreschilderijen en stillevens, waarin hij vooral de Franse bourgeoisie als basis gebruikte. Zijn foto's, tot in de puntjes afgewerkt, stralen concentratie en rust uit die ongeëvenaard zijn. Bovendien werd hij enkele jaren later toegelaten tot de Parijse Academie als zogenaamde dieren- en fruitschilder en werd hij lid van het Lukasgilde. In 1731 kon Chardin eindelijk trouwen met Marguerite Saintard, die hij al in 1724 had ontmoet. Door de slechte financiële situatie van Chardin was het huwelijk jaren eerder uitgesteld. Maar zelfs nu zijn ze beroofd van een weelderige bruidsschat. In plaats daarvan moest Chardin op zoek naar een andere bron van inkomsten, die hij vond bij Jean-Baptiste van Loo, een Franse rococoschilder. Voor hem moest Chardin werken van Francesco Primaticcio restaureren. In 1735 stierf echter de vrouw van Chardin, met wie hij twee kinderen had (Jean-Pierre en Maguerite-Agnès).
Voordat Jean Siméon Chardin last had van biljartproblemen en zijn gezichtsvermogen op hoge leeftijd verslechterde, was zijn financiële situatie radicaal veranderd. Zowel de bourgeoisie als koning Lodewijk XV behoorden nu tot zijn klanten en zijn huwelijk met Marguerite Pouget verbeterde zijn situatie nog verder. Hij kon een appartement in het Louvre betrekken en kreeg een vast pensioen van de Koning. Hij werd ook penningmeester van de Academie. Vanwege zijn gezondheidsproblemen begon hij nu in pastel te schilderen. Toch werden de orders minder, zijn tegenstanders namen steeds meer zijn taken over en zijn salaris kromp. Uiteindelijk was Chardin in 1779 bijna blind en stierf in Parijs.
Op een donkere dag in november 1699 zag hij het daglicht in Parijs: Jean Siméon Chardin. Geboren als oudste zoon van een meester-timmerman in de kunstenaarswijk Saint-Germain-des-Prés, zou hij later het bedrijf van zijn vader overnemen. Daarom kreeg hij een opleiding tot ambachtsman. Maar pas even later werd zijn ware roeping, zijn schildertalent, duidelijk. Zijn vader, die dit niet onbewust was, stuurde hem op 19-jarige leeftijd naar Pierre Jacques Cazes. Maar de methoden die Chardin gebruikte om les te geven in zijn atelier waren meer dan mager. Hij moest niets anders dan hechtingen kopiëren!
De jongeman besloot zijn leertijd bij Noel-Nicolas-Coypel voort te zetten omdat hij hoopte daar meer te leren. Het was door hem dat Chardin's interesse in stillevens eindelijk werd gewekt. Toch bleef hij trouw aan zichzelf en beperkte zich niet tot de stijl van de tijd. Zijn werken kenmerkten zich veeleer door een bijzonder individualisme dat zich uitte in helderheid en bescheidenheid. De perfectie van zijn composities was voor hem het belangrijkst, meer nog dan de thema's zelf. Bijna geen enkele andere schilder was in staat om zoveel leven in zijn schilderijen te blazen. Hij hoefde ook nooit rond te reizen om inspiratie te vinden in verre landen. Chardin verwierf grote bekendheid met zijn genreschilderijen en stillevens, waarin hij vooral de Franse bourgeoisie als basis gebruikte. Zijn foto's, tot in de puntjes afgewerkt, stralen concentratie en rust uit die ongeëvenaard zijn. Bovendien werd hij enkele jaren later toegelaten tot de Parijse Academie als zogenaamde dieren- en fruitschilder en werd hij lid van het Lukasgilde. In 1731 kon Chardin eindelijk trouwen met Marguerite Saintard, die hij al in 1724 had ontmoet. Door de slechte financiële situatie van Chardin was het huwelijk jaren eerder uitgesteld. Maar zelfs nu zijn ze beroofd van een weelderige bruidsschat. In plaats daarvan moest Chardin op zoek naar een andere bron van inkomsten, die hij vond bij Jean-Baptiste van Loo, een Franse rococoschilder. Voor hem moest Chardin werken van Francesco Primaticcio restaureren. In 1735 stierf echter de vrouw van Chardin, met wie hij twee kinderen had (Jean-Pierre en Maguerite-Agnès).
Voordat Jean Siméon Chardin last had van biljartproblemen en zijn gezichtsvermogen op hoge leeftijd verslechterde, was zijn financiële situatie radicaal veranderd. Zowel de bourgeoisie als koning Lodewijk XV behoorden nu tot zijn klanten en zijn huwelijk met Marguerite Pouget verbeterde zijn situatie nog verder. Hij kon een appartement in het Louvre betrekken en kreeg een vast pensioen van de Koning. Hij werd ook penningmeester van de Academie. Vanwege zijn gezondheidsproblemen begon hij nu in pastel te schilderen. Toch werden de orders minder, zijn tegenstanders namen steeds meer zijn taken over en zijn salaris kromp. Uiteindelijk was Chardin in 1779 bijna blind en stierf in Parijs.