Pagina 1 / 6
John Robert Cozens werd geboren in Londen en studeerde bij zijn vader, die ook aquarellist was en goede connecties had in de Britse kunstwereld. Zijn moeder was de dochter van John Pine, een naaste medewerker van William Hogarth. In 1776 stelde Cozens een groot olieverfschilderij tentoon aan de Royal Academy of Arts in Londen. Na dit eerste artistieke succes bracht hij drie jaar door in Zwitserland en Italië, waar hij weidse, rustige berglandschappen tekende, waaronder "Het meer van Nemi" en "De baai van Napels in Capodimonte".
Vaak combineerde hij blauwe, groene en grijze aquarellen om een melancholische sfeer te creëren. Zijn werk heeft ook invloed gehad op de latere werken van Thomas Girtin en J.M.W. Turner. Cozens leefde in afzondering en zocht nooit financieel succes, maar volgde altijd zijn eigen artistieke interesses. Toen hij prenten en tekeningen met bosbomen en hun bladeren aan de Koninklijke Academie aanbood, wees de Academie ze bruusk af omdat ze geen kunst waren.
Op 42-jarige leeftijd kreeg Cozens een zenuwinzinking. Het was alleen dankzij de hulp van de plaatselijke hoofdarts en kunstliefhebber Dr. Thomas Monro dat Cozens niet in een psychiatrisch ziekenhuis werd opgenomen. Tot zijn dood, drie jaar later, bleef Cozens in de particuliere zorg en bewaring van de dokter.
John Robert Cozens werd geboren in Londen en studeerde bij zijn vader, die ook aquarellist was en goede connecties had in de Britse kunstwereld. Zijn moeder was de dochter van John Pine, een naaste medewerker van William Hogarth. In 1776 stelde Cozens een groot olieverfschilderij tentoon aan de Royal Academy of Arts in Londen. Na dit eerste artistieke succes bracht hij drie jaar door in Zwitserland en Italië, waar hij weidse, rustige berglandschappen tekende, waaronder "Het meer van Nemi" en "De baai van Napels in Capodimonte".
Vaak combineerde hij blauwe, groene en grijze aquarellen om een melancholische sfeer te creëren. Zijn werk heeft ook invloed gehad op de latere werken van Thomas Girtin en J.M.W. Turner. Cozens leefde in afzondering en zocht nooit financieel succes, maar volgde altijd zijn eigen artistieke interesses. Toen hij prenten en tekeningen met bosbomen en hun bladeren aan de Koninklijke Academie aanbood, wees de Academie ze bruusk af omdat ze geen kunst waren.
Op 42-jarige leeftijd kreeg Cozens een zenuwinzinking. Het was alleen dankzij de hulp van de plaatselijke hoofdarts en kunstliefhebber Dr. Thomas Monro dat Cozens niet in een psychiatrisch ziekenhuis werd opgenomen. Tot zijn dood, drie jaar later, bleef Cozens in de particuliere zorg en bewaring van de dokter.