n zijn schilderijen wordt de gratie van de architectuur getoond in de context van de schoonheid van het landschap. Ingebed in heuvels, bergen en vlaktes die door de natuur zijn ontstaan, rijzen sterke muren op om kastelen te beschermen. De Pruisische architect en schilder Karl Friedrich Schinkel (1781-1841) begreep de Europese architectuur als een voortzetting van de oude Griekse architectuur. Het uitmuntende muzikale talent van de zoon van de dominee, die uit Neuruppin kwam, was al merkbaar tijdens zijn tijd op het gymnasium. Na een bezoek aan een tentoonstelling van bouwkundige tekeningen besloot de jonge Schinkel het beroep van architect te gaan uitoefenen. Hij werd een leerling van de particuliere bouwschool van Friedrich en David Gilly in Berlijn. Tegelijkertijd begon hij architectuur te studeren aan de Berlijnse Bauakademie en volgde hij lezingen aan de Akademie der Künste.
In het begin van de nieuwe eeuw was Schinkel een van de eersten die de professionele examens voor de ambtenarij aflegde, wat hem het recht gaf om te werken als bouwmanager of bouwinspecteur. Door de financiële ellende van Pruisen in verband met de oorlog tegen Napoleon rond 1800 konden echter slechts enkele nieuwbouwprojecten worden gerealiseerd. Dus besloot Friedrich Schinkel na de uitvoering van de eerste bouw- en planningswerkzaamheden de wereld te gaan bekijken. Zijn weg leidde hem naar Dresden, Praag, Wenen, Venetië, Padua, Turijn, Palermo, Napels, Lyon en Parijs. Via Straatsburg en Weimar keerde hij terug naar Berlijn. Daar exposeerde hij panoramafoto's die geïnspireerd waren op de reis. Onder de bewonderaars van deze werken waren koning Frederik Willem III en koningin Luise van Pruisen. Zo kreeg Schinkel de opdracht om de slaapkamer van koningin Luise in het Kronprinzenpalais te herontwerpen en de inrichting van haar kamers in het Berlijnse stadspaleis te ontwerpen. Met deze opdracht werd hij de interieurarchitect en bouwmeester van het Pruisische koningshuis.
In zijn functie als senior building officer was Schinkel verantwoordelijk voor het veranderen van Berlijn in de representatieve hoofdstad van Pruisen. Zijn verantwoordelijkheden strekten zich ook uit tot andere bouwprojecten van Keulen tot Königsberg. Ook nu nog getuigen het Königswache, het Schauspielhaus en het Altesmuseum in Berlijn van het werk van Karl Friedrich Schinkel. Hij werd waarschijnlijk de belangrijkste architect van het Classicisme en stond in vriendschappelijk contact en levendige intellectuele uitwisseling met tijdgenoten als Wilhelm von Humboldt, Johann Wolfgang von Goethe, Graaf Hermann von Pückler-Muskau en Clemens von Brentano. Ook toen de architectuur voor hem steeds belangrijker werd, bleef Karl Friedrich Schinkel zich intensief met de schilderkunst bezighouden. Voor hem waren de twee kunsten onlosmakelijk met elkaar verbonden.
n zijn schilderijen wordt de gratie van de architectuur getoond in de context van de schoonheid van het landschap. Ingebed in heuvels, bergen en vlaktes die door de natuur zijn ontstaan, rijzen sterke muren op om kastelen te beschermen. De Pruisische architect en schilder Karl Friedrich Schinkel (1781-1841) begreep de Europese architectuur als een voortzetting van de oude Griekse architectuur. Het uitmuntende muzikale talent van de zoon van de dominee, die uit Neuruppin kwam, was al merkbaar tijdens zijn tijd op het gymnasium. Na een bezoek aan een tentoonstelling van bouwkundige tekeningen besloot de jonge Schinkel het beroep van architect te gaan uitoefenen. Hij werd een leerling van de particuliere bouwschool van Friedrich en David Gilly in Berlijn. Tegelijkertijd begon hij architectuur te studeren aan de Berlijnse Bauakademie en volgde hij lezingen aan de Akademie der Künste.
In het begin van de nieuwe eeuw was Schinkel een van de eersten die de professionele examens voor de ambtenarij aflegde, wat hem het recht gaf om te werken als bouwmanager of bouwinspecteur. Door de financiële ellende van Pruisen in verband met de oorlog tegen Napoleon rond 1800 konden echter slechts enkele nieuwbouwprojecten worden gerealiseerd. Dus besloot Friedrich Schinkel na de uitvoering van de eerste bouw- en planningswerkzaamheden de wereld te gaan bekijken. Zijn weg leidde hem naar Dresden, Praag, Wenen, Venetië, Padua, Turijn, Palermo, Napels, Lyon en Parijs. Via Straatsburg en Weimar keerde hij terug naar Berlijn. Daar exposeerde hij panoramafoto's die geïnspireerd waren op de reis. Onder de bewonderaars van deze werken waren koning Frederik Willem III en koningin Luise van Pruisen. Zo kreeg Schinkel de opdracht om de slaapkamer van koningin Luise in het Kronprinzenpalais te herontwerpen en de inrichting van haar kamers in het Berlijnse stadspaleis te ontwerpen. Met deze opdracht werd hij de interieurarchitect en bouwmeester van het Pruisische koningshuis.
In zijn functie als senior building officer was Schinkel verantwoordelijk voor het veranderen van Berlijn in de representatieve hoofdstad van Pruisen. Zijn verantwoordelijkheden strekten zich ook uit tot andere bouwprojecten van Keulen tot Königsberg. Ook nu nog getuigen het Königswache, het Schauspielhaus en het Altesmuseum in Berlijn van het werk van Karl Friedrich Schinkel. Hij werd waarschijnlijk de belangrijkste architect van het Classicisme en stond in vriendschappelijk contact en levendige intellectuele uitwisseling met tijdgenoten als Wilhelm von Humboldt, Johann Wolfgang von Goethe, Graaf Hermann von Pückler-Muskau en Clemens von Brentano. Ook toen de architectuur voor hem steeds belangrijker werd, bleef Karl Friedrich Schinkel zich intensief met de schilderkunst bezighouden. Voor hem waren de twee kunsten onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Pagina 1 / 1