Louis Kolitz zette de gruwel en de verwoesting van de oorlog, waarvoor hij zich twee keer als vrijwilliger heeft aangemeld, op papier, wat hem tot een belangrijke schilder van het 19de-eeuwse Duitse impressionisme maakt. Hij zette zich gepassioneerd in voor het succes van de Kunstakademie Kassel en verdiende zijn geld met opdrachten op het gebied van portret en monumentale schilderkunst en later als directeur van de academie. Zijn betrokkenheid bij de Frans-Pruisische oorlog van 1970 had een bijzonder sterke invloed op zijn werken, die door hun aandacht voor detail, realisme en kritiek op de oorlog gepolariseerd werden. Het was echter juist dit realisme in zijn schilderijen dat ervoor zorgde dat de portretten van Kolitz zijn hele leven lang gewaardeerd werden en hem zo een lucratieve zaak opleverden. Kolitz was ook lid van de kunstenaarsvereniging "Malkasten", een vereniging van talrijke belangrijke Duitse kunstenaars.
Naast oorlogsimpressies en portretten schilderde Kolitz ook landschappen en stadsgezichten. Hij studeerde twee jaar aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Berlijn, gevolgd door vijf jaar studie aan de Kunstacademie van Düsseldorf. In Düsseldorf ontmoette hij ook Louise Cohnitz, met wie hij later trouwde. Het huwelijk leverde vijf kinderen op. Zijn zoon Hans Kolitz volgde zijn vader en werd zelf kunstenaar. Op 34-jarige leeftijd werd Louis Kolitz benoemd tot directeur van de Kunstakademie Kassel, waar hij zich naast zijn werk als portrettist ook toelegde op de monumentale schilderkunst. Hij maakte werken in opdracht voor verschillende gebouwen en was ook betrokken bij de opleiding van tekenleraren. Zijn benoeming tot directeur van de Kasselse kunstacademie bevestigde zijn kunstenaarschap. Hij begon onmiddellijk de verouderde kunstacademie te herstructureren en te reorganiseren: hij veranderde het onderwijs van de grond af en vroeg toestemming om tekenlerarenexamens voor de academie af te leggen. Zijn zoon Hans Kolitz was ook student aan de Kunstakademie Kassel. Hij schilderde vooral Hessische landschappen en gaf later les aan de Altona School of Applied Arts.
Louis Kolitz zelf definieerde kunst als het streven naar perfectie en schilderde regelmatig gedurende zijn leven. Vanaf 1870 ondernam hij jaarlijks reizen binnen Duitsland. Na de oorlog reisde hij ook naar Frankrijk, Engeland, België, Nederland en Italië, waar hij vooral inspiratie vond in zijn landschapsschilderijen. In 1911 verhuisde Kolitz als gepensioneerd academiedirecteur naar Berlijn, waar hij drie jaar later, kort voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, overleed. Hoewel zijn oorlogsschilderijen destijds op harde kritiek en afwijzing stuitten en hij door zijn portretten veel meer financieel gewin kon vastleggen, zijn het juist deze polariserende oorlogsbeelden die vandaag de dag hoog aangeschreven staan.
Louis Kolitz zette de gruwel en de verwoesting van de oorlog, waarvoor hij zich twee keer als vrijwilliger heeft aangemeld, op papier, wat hem tot een belangrijke schilder van het 19de-eeuwse Duitse impressionisme maakt. Hij zette zich gepassioneerd in voor het succes van de Kunstakademie Kassel en verdiende zijn geld met opdrachten op het gebied van portret en monumentale schilderkunst en later als directeur van de academie. Zijn betrokkenheid bij de Frans-Pruisische oorlog van 1970 had een bijzonder sterke invloed op zijn werken, die door hun aandacht voor detail, realisme en kritiek op de oorlog gepolariseerd werden. Het was echter juist dit realisme in zijn schilderijen dat ervoor zorgde dat de portretten van Kolitz zijn hele leven lang gewaardeerd werden en hem zo een lucratieve zaak opleverden. Kolitz was ook lid van de kunstenaarsvereniging "Malkasten", een vereniging van talrijke belangrijke Duitse kunstenaars.
Naast oorlogsimpressies en portretten schilderde Kolitz ook landschappen en stadsgezichten. Hij studeerde twee jaar aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Berlijn, gevolgd door vijf jaar studie aan de Kunstacademie van Düsseldorf. In Düsseldorf ontmoette hij ook Louise Cohnitz, met wie hij later trouwde. Het huwelijk leverde vijf kinderen op. Zijn zoon Hans Kolitz volgde zijn vader en werd zelf kunstenaar. Op 34-jarige leeftijd werd Louis Kolitz benoemd tot directeur van de Kunstakademie Kassel, waar hij zich naast zijn werk als portrettist ook toelegde op de monumentale schilderkunst. Hij maakte werken in opdracht voor verschillende gebouwen en was ook betrokken bij de opleiding van tekenleraren. Zijn benoeming tot directeur van de Kasselse kunstacademie bevestigde zijn kunstenaarschap. Hij begon onmiddellijk de verouderde kunstacademie te herstructureren en te reorganiseren: hij veranderde het onderwijs van de grond af en vroeg toestemming om tekenlerarenexamens voor de academie af te leggen. Zijn zoon Hans Kolitz was ook student aan de Kunstakademie Kassel. Hij schilderde vooral Hessische landschappen en gaf later les aan de Altona School of Applied Arts.
Louis Kolitz zelf definieerde kunst als het streven naar perfectie en schilderde regelmatig gedurende zijn leven. Vanaf 1870 ondernam hij jaarlijks reizen binnen Duitsland. Na de oorlog reisde hij ook naar Frankrijk, Engeland, België, Nederland en Italië, waar hij vooral inspiratie vond in zijn landschapsschilderijen. In 1911 verhuisde Kolitz als gepensioneerd academiedirecteur naar Berlijn, waar hij drie jaar later, kort voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, overleed. Hoewel zijn oorlogsschilderijen destijds op harde kritiek en afwijzing stuitten en hij door zijn portretten veel meer financieel gewin kon vastleggen, zijn het juist deze polariserende oorlogsbeelden die vandaag de dag hoog aangeschreven staan.
Pagina 1 / 1