Pagina 1 / 1
Marianne Stokes was een Oostenrijkse schilderes die rond de eeuwwisseling in Engeland woonde en werkte met haar man Adrian Strokes, ook een schilder. Het echtpaar reisde veel en stond in nauw contact met andere kunstenaars. Het vroege, midden en late werk van Marianne Stokes laat een geleidelijke verschuiving zien van olieverfschilderijen naar tempera, evenals een geleidelijke verandering in haar keuze van motieven en onthult verschillende invloeden van hedendaagse trends. Met de schilderijen voor de publicatie van haar reis naar Hongarije heeft zij ook een werk van etnografische expressiviteit achtergelaten.
Marianne Stoke's opleiding bracht haar van haar geboortestad Graz naar München en Parijs. Tijdens een verblijf in 1883 in de kunstenaarskolonie van Pont-Aven ontmoette zij Adrian Stokes, met wie zij in 1884 trouwde. Het kunstenaarsechtpaar verhuisde naar Engeland maar reisde veel, vaak op zoek naar contact met kunstenaarskolonies zoals St Ives in Cornwall, waar Marianne Stokes lid werd van de Newly School, of in Skagen, Denemarken. Marianne en Adrian behoorden tot de drijvende krachten van de kunstscene. Marianne's werk weerspiegelt de indruk die haar interactie met belangrijke kunstenaars uit die tijd achterliet.
Marianne Stokes begon haar carrière in het milieu van de School van München, in de kring van haar leraar Wilhelm von Lindenschmitt, Gabriel von Hackl, Otto Seitz en blijkbaar Johann Strauss, die in 1875 een polka-mazurka getiteld "Licht en schaduw" aan haar opdroeg. Een vroeg werk als "Träumendes Mädchen" uit 1875 laat zien waarom. Een eerste ontwikkeling in de richting van het genre-achtige wordt getoond door "Der Milchkrug" uit 1884.
In Frankrijk was de invloed van schilders als Jules Bastien Lepage en Jean Francois Millet is merkbaar. Deze periode omvat vooral landschappen en genretaferelen van landelijk naturalisme, zoals Op weg naar het veld (1885). De schilderijen die in de omgeving van de kunstenaarskolonie op St. Ives zijn gemaakt en het verblijf in Skagen staan ook in deze traditie. In "In a Field of Crowfoot", verkent Stoke het Impressionisme in 1890. Vanaf de jaren 1890 overheerst een belangstelling voor religieuze, mythische en middeleeuws-romantische thema's, die de invloed van de prerafaëlieten verraadt. Een vroege stap in deze richting is bijvoorbeeld "De Kikkerprins" naar de gebroeders Grimm uit 1890, geïllustreerd door werken als "Engel die het heilige kind vermaakt" (1893) of "Aucassin en Nicolette" (1898). Vanaf 1895 wendde Stokes zich steeds meer af van olieverfschilderijen naar tempera, bijvoorbeeld in "Madonna met kind" (1905). Een reis van het echtpaar naar de Balkan werd in 1909 gedocumenteerd met het boek "Hongarije", waarvoor Marianne Stokes foto's van etnografische waarde maakte. In 1912 ondernam Marianne het ontwerp voor een wandtapijt voor William Morris. In 1908 hielp ze met de spandoeken voor de suffragette mars op de Albert Hall. Marianne Stokes exposeerde op de Parijse Salon, verschillende malen voor de Royal Academy, in München in 1890 en op de Chicago World's Fair in 1893. Tegenwoordig bevindt haar werk zich voornamelijk in particuliere collecties.
Marianne Stokes was een Oostenrijkse schilderes die rond de eeuwwisseling in Engeland woonde en werkte met haar man Adrian Strokes, ook een schilder. Het echtpaar reisde veel en stond in nauw contact met andere kunstenaars. Het vroege, midden en late werk van Marianne Stokes laat een geleidelijke verschuiving zien van olieverfschilderijen naar tempera, evenals een geleidelijke verandering in haar keuze van motieven en onthult verschillende invloeden van hedendaagse trends. Met de schilderijen voor de publicatie van haar reis naar Hongarije heeft zij ook een werk van etnografische expressiviteit achtergelaten.
Marianne Stoke's opleiding bracht haar van haar geboortestad Graz naar München en Parijs. Tijdens een verblijf in 1883 in de kunstenaarskolonie van Pont-Aven ontmoette zij Adrian Stokes, met wie zij in 1884 trouwde. Het kunstenaarsechtpaar verhuisde naar Engeland maar reisde veel, vaak op zoek naar contact met kunstenaarskolonies zoals St Ives in Cornwall, waar Marianne Stokes lid werd van de Newly School, of in Skagen, Denemarken. Marianne en Adrian behoorden tot de drijvende krachten van de kunstscene. Marianne's werk weerspiegelt de indruk die haar interactie met belangrijke kunstenaars uit die tijd achterliet.
Marianne Stokes begon haar carrière in het milieu van de School van München, in de kring van haar leraar Wilhelm von Lindenschmitt, Gabriel von Hackl, Otto Seitz en blijkbaar Johann Strauss, die in 1875 een polka-mazurka getiteld "Licht en schaduw" aan haar opdroeg. Een vroeg werk als "Träumendes Mädchen" uit 1875 laat zien waarom. Een eerste ontwikkeling in de richting van het genre-achtige wordt getoond door "Der Milchkrug" uit 1884.
In Frankrijk was de invloed van schilders als Jules Bastien Lepage en Jean Francois Millet is merkbaar. Deze periode omvat vooral landschappen en genretaferelen van landelijk naturalisme, zoals Op weg naar het veld (1885). De schilderijen die in de omgeving van de kunstenaarskolonie op St. Ives zijn gemaakt en het verblijf in Skagen staan ook in deze traditie. In "In a Field of Crowfoot", verkent Stoke het Impressionisme in 1890. Vanaf de jaren 1890 overheerst een belangstelling voor religieuze, mythische en middeleeuws-romantische thema's, die de invloed van de prerafaëlieten verraadt. Een vroege stap in deze richting is bijvoorbeeld "De Kikkerprins" naar de gebroeders Grimm uit 1890, geïllustreerd door werken als "Engel die het heilige kind vermaakt" (1893) of "Aucassin en Nicolette" (1898). Vanaf 1895 wendde Stokes zich steeds meer af van olieverfschilderijen naar tempera, bijvoorbeeld in "Madonna met kind" (1905). Een reis van het echtpaar naar de Balkan werd in 1909 gedocumenteerd met het boek "Hongarije", waarvoor Marianne Stokes foto's van etnografische waarde maakte. In 1912 ondernam Marianne het ontwerp voor een wandtapijt voor William Morris. In 1908 hielp ze met de spandoeken voor de suffragette mars op de Albert Hall. Marianne Stokes exposeerde op de Parijse Salon, verschillende malen voor de Royal Academy, in München in 1890 en op de Chicago World's Fair in 1893. Tegenwoordig bevindt haar werk zich voornamelijk in particuliere collecties.