Afgelegen bossen, stille ontginningen, ongestoorde natuur... Waar we naar verlangen werd al in het midden van de 19e eeuw een zeldzaamheid op het Parijse platteland. Het bos van Fontainebleau was sinds de middeleeuwen een toevluchtsoord voor koningen, maar door de industrialisatie werd het steeds meer bedreigd. Het werd net op tijd ontdekt door de plein-air schilders die hun prachtige natuurlijke landschappen ter plekke naar het doek brachten, in een poging om het lichtspel, het geritsel van de bladeren en de trots van de machtige reusachtige bomen met een penseel vast te leggen.
Pierre Etienne Théodore Rousseau, geboren in 1812, was een van de eersten die dit oude bos schilderde. Als zoon van een Parijse kleermaker nam hij al op jonge leeftijd les van zijn schildersneef. Hij was echter niet geïnteresseerd in de destijds zeer populaire historieschilderkunst. Hij verliet al snel het atelier van zijn zeer gerespecteerde leermeester en zowel de vakken als de schildertechniek leken hem te kunstmatig en te bloedeloos. In plaats daarvan wilde Rousseau het echte leven en de ware natuur met al zijn zintuigen vastleggen. Zijn eerste studiereizen brachten hem naar Normandië en Auvergne, en wat hij daar aantrof hoopte hij op te sporen in de buurt van zijn woonplaats. Op 20-jarige leeftijd nam Rousseau voor het eerst doek, verf, penselen en ezel mee naar het bos van Fontainebleau, dat slechts 50 kilometer ten zuiden van Parijs lag. Daar wilde hij niet alleen uit de natuur tekenen of kleinschalige olieverfschetsen maken, maar ook de knoestige eiken, majestueuze pijnbomen, maar ook de gevormde zandsteenrotsen die altijd tot de verbeelding van de mensen spraken. Zo creëerde hij het genre van de Paysage Intime, het "vertrouwde landschap", dat zich niet onderscheidt door zijn spectaculairheid, maar door zijn eenvoudige schoonheid.
Zijn schilderijen hadden aanvankelijk weinig succes in de Parijse Salon, maar geleidelijk aan werden ze opgemerkt in de kunstwereld. De eerste schilderscollega's voegden zich bij hem in de jaren 1830 en hun namen hebben nog steeds een grote klank: Jean-Francois Millet, Charles-Francois Daubigny of zelfs Camille Corot. Uit de interactie van deze kunstenaars, die de academische manier van schilderen verwierpen en in plaats daarvan een onmiddellijke toegang tot de natuur zochten, werd de School van Barbizon geboren, genoemd naar een dorp in het bos van Fontainebleau. Rousseau liet de grote stad steeds vaker achter zich en verhuisde uiteindelijk in 1848 volledig naar hier met zijn vrouw. Strikt genomen is het echter geen school, maar een training van het individuele begrip van kunst in directe dialoog met de omringende natuur. Het is ook dankzij de kunstenaarskolonie Barbizon dat het bos van Fontainebleau werd uitgeroepen tot het eerste Franse natuurreservaat en tot op de dag van vandaag bewaard is gebleven. Theodore Rousseau stierf in 1867 op 55-jarige leeftijd in Barbizon, omringd door zijn geliefde natuur, waarvan hij de facetten en transformaties onophoudelijk had geschilderd. Wat even later volgde was het impressionisme.
Afgelegen bossen, stille ontginningen, ongestoorde natuur... Waar we naar verlangen werd al in het midden van de 19e eeuw een zeldzaamheid op het Parijse platteland. Het bos van Fontainebleau was sinds de middeleeuwen een toevluchtsoord voor koningen, maar door de industrialisatie werd het steeds meer bedreigd. Het werd net op tijd ontdekt door de plein-air schilders die hun prachtige natuurlijke landschappen ter plekke naar het doek brachten, in een poging om het lichtspel, het geritsel van de bladeren en de trots van de machtige reusachtige bomen met een penseel vast te leggen.
Pierre Etienne Théodore Rousseau, geboren in 1812, was een van de eersten die dit oude bos schilderde. Als zoon van een Parijse kleermaker nam hij al op jonge leeftijd les van zijn schildersneef. Hij was echter niet geïnteresseerd in de destijds zeer populaire historieschilderkunst. Hij verliet al snel het atelier van zijn zeer gerespecteerde leermeester en zowel de vakken als de schildertechniek leken hem te kunstmatig en te bloedeloos. In plaats daarvan wilde Rousseau het echte leven en de ware natuur met al zijn zintuigen vastleggen. Zijn eerste studiereizen brachten hem naar Normandië en Auvergne, en wat hij daar aantrof hoopte hij op te sporen in de buurt van zijn woonplaats. Op 20-jarige leeftijd nam Rousseau voor het eerst doek, verf, penselen en ezel mee naar het bos van Fontainebleau, dat slechts 50 kilometer ten zuiden van Parijs lag. Daar wilde hij niet alleen uit de natuur tekenen of kleinschalige olieverfschetsen maken, maar ook de knoestige eiken, majestueuze pijnbomen, maar ook de gevormde zandsteenrotsen die altijd tot de verbeelding van de mensen spraken. Zo creëerde hij het genre van de Paysage Intime, het "vertrouwde landschap", dat zich niet onderscheidt door zijn spectaculairheid, maar door zijn eenvoudige schoonheid.
Zijn schilderijen hadden aanvankelijk weinig succes in de Parijse Salon, maar geleidelijk aan werden ze opgemerkt in de kunstwereld. De eerste schilderscollega's voegden zich bij hem in de jaren 1830 en hun namen hebben nog steeds een grote klank: Jean-Francois Millet, Charles-Francois Daubigny of zelfs Camille Corot. Uit de interactie van deze kunstenaars, die de academische manier van schilderen verwierpen en in plaats daarvan een onmiddellijke toegang tot de natuur zochten, werd de School van Barbizon geboren, genoemd naar een dorp in het bos van Fontainebleau. Rousseau liet de grote stad steeds vaker achter zich en verhuisde uiteindelijk in 1848 volledig naar hier met zijn vrouw. Strikt genomen is het echter geen school, maar een training van het individuele begrip van kunst in directe dialoog met de omringende natuur. Het is ook dankzij de kunstenaarskolonie Barbizon dat het bos van Fontainebleau werd uitgeroepen tot het eerste Franse natuurreservaat en tot op de dag van vandaag bewaard is gebleven. Theodore Rousseau stierf in 1867 op 55-jarige leeftijd in Barbizon, omringd door zijn geliefde natuur, waarvan hij de facetten en transformaties onophoudelijk had geschilderd. Wat even later volgde was het impressionisme.
Pagina 1 / 1