Pietro Longhi was een rococoschilder die, hoewel hij ook enkele fresco's en altaarstukken maakte, vooral bekend werd door zijn hedendaagse genreschilderijen en portretten van het Venetiaanse dagelijkse leven van de hogere klasse. Hij is geboren als Pietro Falca, de zoon van een zilversmid. Later veranderde hij zijn naam in Longhi toen hij zijn carrière als schilder begon. Zijn eerste leraar was de Veronese schilder Antonio Balestra. Vervolgens stuurde hij hem naar Bologna naar Giuseppe Maria Crespi, die beroemd was om zijn religieuze werken en zijn genreschilderijen. De invloed van de Nederlandse genreschilders, waarvan er destijds tenminste één belangrijke kunstcollectie in Venetië was, is ook in de werken van Longhis terug te vinden. Ten laatste in 1732 was Longhis zijn opleiding beëindigd en keerde hij terug naar zijn geboortestad Venetië. In datzelfde jaar trouwde hij met Catharina Maria Rizzi. Met haar heeft hij 11 kinderen verwekt, waarvan er slechts 3 volwassen zijn geworden.
Een van de eerste werken van Longhis was de "Giant's Downfall", een historische plafondschildering in Palazzo Sagredo. Het werk was echter kennelijk slechts matig artistiek succesvol. Om deze reden zou Longhi zich vanaf dat moment bijna uitsluitend aan genre- en portretschilderijen hebben gewijd. Een bijzonderheid in veel van Longhi's schilderijen zijn de Venetiaanse maskers. Terwijl in deze werken enkele figuren ontmaskerd worden gepresenteerd, zijn er enkele waar ofwel het gezicht ontbreekt ofwel door een masker wordt bedekt. In beelden als "Ridotto" lijkt Longhi op een humoristische, satirische manier te suggereren dat de Venetiaanse elite, beschermd door de anonimiteit van de maskers, zich anders en vooral minder ingetogen gedraagt. De werken van Longhis bieden dus een belangrijke kans om vandaag de dag te kijken naar de sociale gewoonten en het dagelijkse leven van die tijd. Zo toont het beroemde schilderij "De tentoonstelling van de neushoorn" uit 1751 een actuele gebeurtenis. Want deze neushoorn werd dit jaar in Venetië tentoongesteld.
Longhis werken waren vooral populair bij de Venetiaanse patriciërsfamilies. Naast de Venetiaanse adel bestond zijn grootste klantenkring dan ook uit bekende families als Emo, Grimani, Pisani, Sagredo en vele anderen. Hij werd in 1756 toegelaten tot de nieuw opgerichte Venetiaanse Academie en werd later directeur ervan. In die tijd begon hij zich steeds meer af te keren van de genreschilderkunst en te kiezen voor de portretschilderkunst. Hij mocht verschillende individuele en groepsportretten van de Venetiaanse adellijke familie maken. Longhi werd in zijn latere werken ondersteund door zijn zoon Alessandro, die later ook een beroemd portretschilder werd. Longhi stierf op 83-jarige leeftijd in zijn woonplaats Venetië.
Pietro Longhi was een rococoschilder die, hoewel hij ook enkele fresco's en altaarstukken maakte, vooral bekend werd door zijn hedendaagse genreschilderijen en portretten van het Venetiaanse dagelijkse leven van de hogere klasse. Hij is geboren als Pietro Falca, de zoon van een zilversmid. Later veranderde hij zijn naam in Longhi toen hij zijn carrière als schilder begon. Zijn eerste leraar was de Veronese schilder Antonio Balestra. Vervolgens stuurde hij hem naar Bologna naar Giuseppe Maria Crespi, die beroemd was om zijn religieuze werken en zijn genreschilderijen. De invloed van de Nederlandse genreschilders, waarvan er destijds tenminste één belangrijke kunstcollectie in Venetië was, is ook in de werken van Longhis terug te vinden. Ten laatste in 1732 was Longhis zijn opleiding beëindigd en keerde hij terug naar zijn geboortestad Venetië. In datzelfde jaar trouwde hij met Catharina Maria Rizzi. Met haar heeft hij 11 kinderen verwekt, waarvan er slechts 3 volwassen zijn geworden.
Een van de eerste werken van Longhis was de "Giant's Downfall", een historische plafondschildering in Palazzo Sagredo. Het werk was echter kennelijk slechts matig artistiek succesvol. Om deze reden zou Longhi zich vanaf dat moment bijna uitsluitend aan genre- en portretschilderijen hebben gewijd. Een bijzonderheid in veel van Longhi's schilderijen zijn de Venetiaanse maskers. Terwijl in deze werken enkele figuren ontmaskerd worden gepresenteerd, zijn er enkele waar ofwel het gezicht ontbreekt ofwel door een masker wordt bedekt. In beelden als "Ridotto" lijkt Longhi op een humoristische, satirische manier te suggereren dat de Venetiaanse elite, beschermd door de anonimiteit van de maskers, zich anders en vooral minder ingetogen gedraagt. De werken van Longhis bieden dus een belangrijke kans om vandaag de dag te kijken naar de sociale gewoonten en het dagelijkse leven van die tijd. Zo toont het beroemde schilderij "De tentoonstelling van de neushoorn" uit 1751 een actuele gebeurtenis. Want deze neushoorn werd dit jaar in Venetië tentoongesteld.
Longhis werken waren vooral populair bij de Venetiaanse patriciërsfamilies. Naast de Venetiaanse adel bestond zijn grootste klantenkring dan ook uit bekende families als Emo, Grimani, Pisani, Sagredo en vele anderen. Hij werd in 1756 toegelaten tot de nieuw opgerichte Venetiaanse Academie en werd later directeur ervan. In die tijd begon hij zich steeds meer af te keren van de genreschilderkunst en te kiezen voor de portretschilderkunst. Hij mocht verschillende individuele en groepsportretten van de Venetiaanse adellijke familie maken. Longhi werd in zijn latere werken ondersteund door zijn zoon Alessandro, die later ook een beroemd portretschilder werd. Longhi stierf op 83-jarige leeftijd in zijn woonplaats Venetië.
Pagina 1 / 3