De gouden eeuw staat voor een periode van bloeiende economie en een bloeiende economie. De rijkdom ging gepaard met een grote mate van vrijheid en de verheffing van de kunst tot een economische sector. In vroege verhandelingen over kunst wordt speciale nadruk gelegd op een schilder die veel heeft kunnen winnen bij alle drie de aangename aspecten van het leven. Rembrandt-van-Rijn hield van welvaart en het extravagante leven. Als kunstenaar hield hij van de vrijheid om zijn ideeën te realiseren en profiteerde hij van de levendige handel in kunstwerken. Het hoogste goed voor de kunstenaar was de schilderkunst, die hij als geen ander beleefde.
Al in de 17e eeuw was Amsterdam een voorbeeld van vrijheid, tolerantie en een unieke culturele dynamiek. Op straat werden verschillende talen gesproken en de handel maakte deel uit van het zelfbeeld van de stad. Rembrandt verhuisde regelmatig naar Amsterdam. Soms werd zijn schilderij ondernemend aangepakt. Zijn werken doen denken aan grote scènes uit een toneelstuk. De figuren zijn vakkundig gepositioneerd en staan door een vakkundig lichtspel in het middelpunt van de belangstelling. De Nachtwacht toont dit spel van licht en donker tot in de perfectie. Het schilderij toont een dagscène en wekt bij de toeschouwer het gevoel van een avondvergadering. Rembrandt implementeerde de schilderkunstige principes van de Italiaanse meesters en ontwikkelde daaruit een meesterlijke manier van weergeven. Drama sprak uit de schilderijen en hij combineerde zijn figuren met gevoelens. Dit wordt vooral duidelijk in portretten waarin hij zijn modellen en zichzelf liet lachen.
Rembrandt hield van de mogelijkheden die zijn talent hem bood. Hij richtte zijn eigen atelier op om te schilderen en zijn schilderijen te laten schilderen. Nogal wat schilderijen van zijn studenten dragen de grote naam. De schilder verdiende goed en investeerde een aanzienlijk deel van zijn geld in schilderijen van andere kunstenaars. Hij kocht ook zijn eigen schilderijen. In de hoop ze later met winst door te verkopen, leende Rembrandt geld. De schilder leefde in een gecompliceerde economische constructie, die de kunstenaar op zijn oude dag berooid achterliet. Zijn schatkamer werd ontbonden en leverde schilderijen op van Rubens en Rafaël. Uiteindelijk bleef de grote schilder achter met schilderen en een leven in een zeldzame tijd van vrijheid.
De gouden eeuw staat voor een periode van bloeiende economie en een bloeiende economie. De rijkdom ging gepaard met een grote mate van vrijheid en de verheffing van de kunst tot een economische sector. In vroege verhandelingen over kunst wordt speciale nadruk gelegd op een schilder die veel heeft kunnen winnen bij alle drie de aangename aspecten van het leven. Rembrandt-van-Rijn hield van welvaart en het extravagante leven. Als kunstenaar hield hij van de vrijheid om zijn ideeën te realiseren en profiteerde hij van de levendige handel in kunstwerken. Het hoogste goed voor de kunstenaar was de schilderkunst, die hij als geen ander beleefde.
Al in de 17e eeuw was Amsterdam een voorbeeld van vrijheid, tolerantie en een unieke culturele dynamiek. Op straat werden verschillende talen gesproken en de handel maakte deel uit van het zelfbeeld van de stad. Rembrandt verhuisde regelmatig naar Amsterdam. Soms werd zijn schilderij ondernemend aangepakt. Zijn werken doen denken aan grote scènes uit een toneelstuk. De figuren zijn vakkundig gepositioneerd en staan door een vakkundig lichtspel in het middelpunt van de belangstelling. De Nachtwacht toont dit spel van licht en donker tot in de perfectie. Het schilderij toont een dagscène en wekt bij de toeschouwer het gevoel van een avondvergadering. Rembrandt implementeerde de schilderkunstige principes van de Italiaanse meesters en ontwikkelde daaruit een meesterlijke manier van weergeven. Drama sprak uit de schilderijen en hij combineerde zijn figuren met gevoelens. Dit wordt vooral duidelijk in portretten waarin hij zijn modellen en zichzelf liet lachen.
Rembrandt hield van de mogelijkheden die zijn talent hem bood. Hij richtte zijn eigen atelier op om te schilderen en zijn schilderijen te laten schilderen. Nogal wat schilderijen van zijn studenten dragen de grote naam. De schilder verdiende goed en investeerde een aanzienlijk deel van zijn geld in schilderijen van andere kunstenaars. Hij kocht ook zijn eigen schilderijen. In de hoop ze later met winst door te verkopen, leende Rembrandt geld. De schilder leefde in een gecompliceerde economische constructie, die de kunstenaar op zijn oude dag berooid achterliet. Zijn schatkamer werd ontbonden en leverde schilderijen op van Rubens en Rafaël. Uiteindelijk bleef de grote schilder achter met schilderen en een leven in een zeldzame tijd van vrijheid.
Pagina 1 / 37