In het hart van de Nederlandse Gouden Eeuw stond de zeer gewaardeerde kunstenaar Gerard de Lairesse (1641 - 1711). Zijn vaardigheden bestreken muziek, poëzie en theater, maar zijn bijzondere passie en nalatenschap lag in de schilderkunst. Hij was een man wiens werk, beïnvloed door Cesare Ripa en klassieke Franse schilders, het culturele panorama van die periode vormgaf. Na de dood van Rembrandt groeide het belang van Lairesse en zijn geschriften over schilderen en tekenen hadden een blijvende invloed op de kunstenaars van de 18e eeuw. In dit tijdperk van pracht en praal kon men in zijn atelier kunstdrukken van hoge kwaliteit vinden die zijn prachtige schilderijen reproduceerden. De wortels van Lairesse's carrière als kunstenaar lagen in de Nederlandse stad Luik, waar hij kunst studeerde onder begeleiding van zijn vader en later bij Bertholet Flemalle. Het was een schandaal dat hem uit zijn geboortestad dreef en een onvoorziene wending naar het noorden nam, waar hij zijn toekomstige vrouw Marie Salme ontmoette en met haar een nieuw leven begon in Utrecht. Ondanks aanvankelijke tegenspoed herkende kunsthandelaar Gerrit van Uylenburgh zijn uitzonderlijke talent en lokte hem naar Amsterdam. Met zijn talent voor viool op sleeptouw maakte Lairesse indruk op de kunstenaarskolonie. Al snel ging hij aan de slag met monumentale schilderijen voor Paleis Soestdijk en Paleis het Loo.
De Lairesse ging verder dan schilderen alleen en vond zijn weg naar de kunsttheorie. De aandoeningen die gepaard gingen met zijn aangeboren syfilis dwongen hem uiteindelijk het schilderen op te geven toen hij in 1690 blind werd. Ondanks deze tegenslag vond hij een manier om zijn invloed in de kunstwereld te behouden door lezingen te geven en zijn bevindingen vast te leggen in twee belangrijke kunstboeken: 'Grondlegginge ter teekenkonst' (1701) en 'Het groot schilderboeck' (1710). In deze geschriften keurde de Lairesse de realistische stijl van de Nederlandse schilders uit de Gouden Eeuw af en sprak hij zijn voorkeur uit voor sublieme bijbelse, mythologische en historische voorstellingen. In deze boeken vinden we een van de eerste pogingen om de ideale plaats voor schilderijen in interieurs te bepalen en het belang van proportie en schaal bij het bekijken van kunst.
Ondanks zijn kritiek op sommige van zijn tijdgenoten was de Lairesse een inspirator voor veel jonge kunstenaars, waaronder Jan van Mieris, Simon van der Does en de gebroeders Teodor en Krzysztof Lubieniecki. Zijn invloed op de kunstscène is terug te zien in het werk van kunstenaars als Jan van Mieris, Simon van der Does en de gebroeders Teodor en Krzysztof Lubieniecki, die beïnvloed werden door zijn lessen en werken. Tot op de dag van vandaag worden zijn werken en geschriften beschouwd als mijlpalen in de Nederlandse kunstgeschiedenis, die zowel zijn invloed als kunstenaar als zijn impact als denker en theoreticus laten zien. Het was zijn nalatenschap, zowel door zijn schilderijen als door zijn geschriften, die de Nederlandse schilderkunst een nieuw tijdperk in hielp en de grenzen van de kunst verlegde in een tijd van culturele bloei.
In het hart van de Nederlandse Gouden Eeuw stond de zeer gewaardeerde kunstenaar Gerard de Lairesse (1641 - 1711). Zijn vaardigheden bestreken muziek, poëzie en theater, maar zijn bijzondere passie en nalatenschap lag in de schilderkunst. Hij was een man wiens werk, beïnvloed door Cesare Ripa en klassieke Franse schilders, het culturele panorama van die periode vormgaf. Na de dood van Rembrandt groeide het belang van Lairesse en zijn geschriften over schilderen en tekenen hadden een blijvende invloed op de kunstenaars van de 18e eeuw. In dit tijdperk van pracht en praal kon men in zijn atelier kunstdrukken van hoge kwaliteit vinden die zijn prachtige schilderijen reproduceerden. De wortels van Lairesse's carrière als kunstenaar lagen in de Nederlandse stad Luik, waar hij kunst studeerde onder begeleiding van zijn vader en later bij Bertholet Flemalle. Het was een schandaal dat hem uit zijn geboortestad dreef en een onvoorziene wending naar het noorden nam, waar hij zijn toekomstige vrouw Marie Salme ontmoette en met haar een nieuw leven begon in Utrecht. Ondanks aanvankelijke tegenspoed herkende kunsthandelaar Gerrit van Uylenburgh zijn uitzonderlijke talent en lokte hem naar Amsterdam. Met zijn talent voor viool op sleeptouw maakte Lairesse indruk op de kunstenaarskolonie. Al snel ging hij aan de slag met monumentale schilderijen voor Paleis Soestdijk en Paleis het Loo.
De Lairesse ging verder dan schilderen alleen en vond zijn weg naar de kunsttheorie. De aandoeningen die gepaard gingen met zijn aangeboren syfilis dwongen hem uiteindelijk het schilderen op te geven toen hij in 1690 blind werd. Ondanks deze tegenslag vond hij een manier om zijn invloed in de kunstwereld te behouden door lezingen te geven en zijn bevindingen vast te leggen in twee belangrijke kunstboeken: 'Grondlegginge ter teekenkonst' (1701) en 'Het groot schilderboeck' (1710). In deze geschriften keurde de Lairesse de realistische stijl van de Nederlandse schilders uit de Gouden Eeuw af en sprak hij zijn voorkeur uit voor sublieme bijbelse, mythologische en historische voorstellingen. In deze boeken vinden we een van de eerste pogingen om de ideale plaats voor schilderijen in interieurs te bepalen en het belang van proportie en schaal bij het bekijken van kunst.
Ondanks zijn kritiek op sommige van zijn tijdgenoten was de Lairesse een inspirator voor veel jonge kunstenaars, waaronder Jan van Mieris, Simon van der Does en de gebroeders Teodor en Krzysztof Lubieniecki. Zijn invloed op de kunstscène is terug te zien in het werk van kunstenaars als Jan van Mieris, Simon van der Does en de gebroeders Teodor en Krzysztof Lubieniecki, die beïnvloed werden door zijn lessen en werken. Tot op de dag van vandaag worden zijn werken en geschriften beschouwd als mijlpalen in de Nederlandse kunstgeschiedenis, die zowel zijn invloed als kunstenaar als zijn impact als denker en theoreticus laten zien. Het was zijn nalatenschap, zowel door zijn schilderijen als door zijn geschriften, die de Nederlandse schilderkunst een nieuw tijdperk in hielp en de grenzen van de kunst verlegde in een tijd van culturele bloei.
Pagina 1 / 2