Omdat een middeleeuwse hofschilder aan veel eisen moest voldoen - naast het maken van portretten, waaronder het ontwerpen van kledingstukken of het schilderen van borden - was er vaak weinig ruimte voor een creatieve artistieke ontwikkeling volgens zijn eigen ideeën. Portretten van heersers moesten altijd voordelig zijn, en muurschilderingen hadden betrekking op een nauw omschreven onderwerp, met name religieuze motieven. Ook Jan van Eyck, die vanaf 1425 aan het hof van Filips III van Bourgondië werkte, werd met deze beperkingen geconfronteerd.
Van Eyck gebruikte zijn positie aan het hof echter om zijn kunst verder te ontwikkelen en hij werd een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Oudhollandse schilderkunst. Hij wist zijn werken een naturalistische, levendige sfeer te geven, wat ervoor zorgde dat de illustraties realistischer waren dan voorheen uit de kunst bekend was. Om dit te bereiken heeft van Eyck veel geëxperimenteerd met kleuren en technieken. Hij was het die het olieverfschilderij populair maakte. De intensievere kleuren van zijn werken droegen er ook toe bij dat de toeschouwer het kunstwerk van dichterbij kon bekijken en dat hij door tijdgenoten soms de "koning der schilders" werd genoemd. Het beroemdste werk van Van Eyck is het gevleugelde altaar in de Gentse Sint-Baafskathedraal, dat in 1435 werd voltooid.
Omdat een middeleeuwse hofschilder aan veel eisen moest voldoen - naast het maken van portretten, waaronder het ontwerpen van kledingstukken of het schilderen van borden - was er vaak weinig ruimte voor een creatieve artistieke ontwikkeling volgens zijn eigen ideeën. Portretten van heersers moesten altijd voordelig zijn, en muurschilderingen hadden betrekking op een nauw omschreven onderwerp, met name religieuze motieven. Ook Jan van Eyck, die vanaf 1425 aan het hof van Filips III van Bourgondië werkte, werd met deze beperkingen geconfronteerd.
Van Eyck gebruikte zijn positie aan het hof echter om zijn kunst verder te ontwikkelen en hij werd een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Oudhollandse schilderkunst. Hij wist zijn werken een naturalistische, levendige sfeer te geven, wat ervoor zorgde dat de illustraties realistischer waren dan voorheen uit de kunst bekend was. Om dit te bereiken heeft van Eyck veel geëxperimenteerd met kleuren en technieken. Hij was het die het olieverfschilderij populair maakte. De intensievere kleuren van zijn werken droegen er ook toe bij dat de toeschouwer het kunstwerk van dichterbij kon bekijken en dat hij door tijdgenoten soms de "koning der schilders" werd genoemd. Het beroemdste werk van Van Eyck is het gevleugelde altaar in de Gentse Sint-Baafskathedraal, dat in 1435 werd voltooid.
Pagina 1 / 2