Theo van Doesburg is geboren als Christiaan Emil Marie Küpper in Utrecht. Later nam hij de achternaam van zijn stiefvader aan. Eigenlijk wilde hij acteur worden, maar hij begon op 19-jarige leeftijd te schilderen. Tegelijkertijd verdiende hij zijn brood met kunstkritiek voor een tijdschrift.
Tijdens zijn militaire dienst in Tilburg in 1915 kreeg hij kritiek op een tentoonstelling van Piet Mondrian. Samen richtten de twee kunstenaars in 1917 in Leiden het tijdschrift "De Stijl" op, waaruit de hele gelijknamige kunststroming voor een "totale abstractie" ontstond. Architectuur en kunst moesten samengebracht worden, waarbij vereenvoudigde geometrische elementen hun nieuwe taal werden. Van Doesburg legt uit: "Wat het kruis voor de vroege christenen betekent, betekent het plein voor ons. "Het plein zal het kruis veroveren." De samenwerking tussen Van Doesburg en Mondriaan over "De Stijl" is later echter uiteengevallen over de vraag of het gebruik van diagonalen in abstracte schilderijen toelaatbaar was. Terwijl Van Doesburg hier voor was, was Mondriaan ertegen.
Van Doesburg was gefascineerd door het dadaïsme. In 1922 richtte hij het dadaïstische tijdschrift Mécano op en verhuisde naar Weimar, waar hij tijdelijk als privédocent onder Walter Gropius aan het Bauhaus doceerde. Hij ging op een Dada-tournee door Nederland met Kurt Schwitters. De poster voor de "Kleine Dada Soirée" is een visuele kakofonie van slogans in verschillende talen, door elkaar overschreven, die elkaar tegenspreken op een manier die typisch is voor Dada: "Dada is tegen de toekomst, Dada is dood, Dada is idioot, lang leve Dada!
Begin 1931 werd van Doesburg ziek en verhuisde hij naar Davos in Zwitserland, waar hij enkele weken later aan een hartaanval overleed.
Theo van Doesburg is geboren als Christiaan Emil Marie Küpper in Utrecht. Later nam hij de achternaam van zijn stiefvader aan. Eigenlijk wilde hij acteur worden, maar hij begon op 19-jarige leeftijd te schilderen. Tegelijkertijd verdiende hij zijn brood met kunstkritiek voor een tijdschrift.
Tijdens zijn militaire dienst in Tilburg in 1915 kreeg hij kritiek op een tentoonstelling van Piet Mondrian. Samen richtten de twee kunstenaars in 1917 in Leiden het tijdschrift "De Stijl" op, waaruit de hele gelijknamige kunststroming voor een "totale abstractie" ontstond. Architectuur en kunst moesten samengebracht worden, waarbij vereenvoudigde geometrische elementen hun nieuwe taal werden. Van Doesburg legt uit: "Wat het kruis voor de vroege christenen betekent, betekent het plein voor ons. "Het plein zal het kruis veroveren." De samenwerking tussen Van Doesburg en Mondriaan over "De Stijl" is later echter uiteengevallen over de vraag of het gebruik van diagonalen in abstracte schilderijen toelaatbaar was. Terwijl Van Doesburg hier voor was, was Mondriaan ertegen.
Van Doesburg was gefascineerd door het dadaïsme. In 1922 richtte hij het dadaïstische tijdschrift Mécano op en verhuisde naar Weimar, waar hij tijdelijk als privédocent onder Walter Gropius aan het Bauhaus doceerde. Hij ging op een Dada-tournee door Nederland met Kurt Schwitters. De poster voor de "Kleine Dada Soirée" is een visuele kakofonie van slogans in verschillende talen, door elkaar overschreven, die elkaar tegenspreken op een manier die typisch is voor Dada: "Dada is tegen de toekomst, Dada is dood, Dada is idioot, lang leve Dada!
Begin 1931 werd van Doesburg ziek en verhuisde hij naar Davos in Zwitserland, waar hij enkele weken later aan een hartaanval overleed.
Pagina 1 / 1