Jan van Eyck wordt beschouwd als een van de pioniers van de Renaissance in Vlaanderen en de Nederlanden. Hij slaagde erin de ideeën van de middeleeuwse kunst te overwinnen en een picturale vorm te ontwikkelen die voorrang gaf aan realistische detailvoorstellingen. Van Eyck vertrouwde op een vernieuwende verlichting en gaf de voorkeur aan motieven uit de natuur. Hedendaagse kunstenaars bogen voor zijn grote talent en zijn nauwkeurige voorstellingen en deden hem na. Gerard David behoorde tot de bewonderaars van de kunst en vond in Jan van Eyck zijn grote voorbeeld. Er zijn weinig gegevens bekend over Davids biografie. Zijn geboorteplaats is in de buurt van Gouda en zijn eerste kunstlessen werden waarschijnlijk door Gerards vader gegeven. Tegen het einde van de 15e eeuw vertrok Gerard David naar Brugge. Hij werd lid van het plaatselijke gilde en in korte tijd werd de jonge schilder zeer gerespecteerd. Het huwelijk met de dochter van het hoofd van de goudsmederij gaf de kunstenaar toegang tot de hogere sociale klasse van de stad. Gerard David leidde een evenwichtig en financieel zorgeloos kunstenaarsleven. De schilder kreeg lucratieve opdrachten en leefde voor de kunst. Historici gaan er waarschijnlijk van uit dat de kunstenaar reisde. Gerard vond inspiratie in de prachtige altaarstukken en religieuze kunstvoorwerpen van Italiaanse gebedshuizen.
Zo gewaardeerd als de kunstenaar tijdens zijn leven was, zo snel raakte Gerard David in de vergetelheid na zijn overlijden in 1523. Vandaag wordt David beschouwd als de laatste grote 15de-eeuwse schilder die door het schildersgilde van Brugge werd voortgebracht. Zijn werk is een terugblik op het traditionele realisme. Het artistieke werk vertoont een duidelijke verwijzing naar zijn modellen. Gerard David combineert het idee van een onopgesmukte weergave van de wereld met een terughoudend gebruik van kleur, waardoor sfeervolle taferelen ontstaan. De kunstenaar schilderde elk voorwerp met een toegewijde aandacht voor detail. Kleine dingen die niet onmiddellijk de aandacht van de kijker trekken, maar een uitnodiging zijn om op ontdekkingsreis te gaan. De kunstenaar, die al op jonge leeftijd in de vergetelheid raakte, wordt nu door kunsthistorici hoog gewaardeerd om zijn technische vaardigheid en zijn talent om zijn werken een mystieke uitdrukking te geven.
David ontwikkelde een speciale band met religie. Slechts in enkele uitzonderingsgevallen ziet de kunstenaar ervan af een religieus thema als motief te gebruiken. Uit zijn oeuvre is slechts een klein aantal werken bekend waarin hij zich toelegde op het portret. Tussen zijn creatieve fase en de waardering van de Oud-Nederlandse schilder ligt een grote tijdspanne. Het is mogelijk dat de kunstenaar werken heeft gemaakt met andere motieven die door oorlogsgeweld en veroudering verloren zijn gegaan. De intensiteit waarmee Gerard David religieuze taferelen schilderde is ongebruikelijk voor de Hollandse Renaissance. Uit het werk spreekt een grote affiniteit met het geloof. Als vermogend kunstenaar steunde hij verschillende religieuze gemeenschappen financieel en leverde hij altaarstukken.
Jan van Eyck wordt beschouwd als een van de pioniers van de Renaissance in Vlaanderen en de Nederlanden. Hij slaagde erin de ideeën van de middeleeuwse kunst te overwinnen en een picturale vorm te ontwikkelen die voorrang gaf aan realistische detailvoorstellingen. Van Eyck vertrouwde op een vernieuwende verlichting en gaf de voorkeur aan motieven uit de natuur. Hedendaagse kunstenaars bogen voor zijn grote talent en zijn nauwkeurige voorstellingen en deden hem na. Gerard David behoorde tot de bewonderaars van de kunst en vond in Jan van Eyck zijn grote voorbeeld. Er zijn weinig gegevens bekend over Davids biografie. Zijn geboorteplaats is in de buurt van Gouda en zijn eerste kunstlessen werden waarschijnlijk door Gerards vader gegeven. Tegen het einde van de 15e eeuw vertrok Gerard David naar Brugge. Hij werd lid van het plaatselijke gilde en in korte tijd werd de jonge schilder zeer gerespecteerd. Het huwelijk met de dochter van het hoofd van de goudsmederij gaf de kunstenaar toegang tot de hogere sociale klasse van de stad. Gerard David leidde een evenwichtig en financieel zorgeloos kunstenaarsleven. De schilder kreeg lucratieve opdrachten en leefde voor de kunst. Historici gaan er waarschijnlijk van uit dat de kunstenaar reisde. Gerard vond inspiratie in de prachtige altaarstukken en religieuze kunstvoorwerpen van Italiaanse gebedshuizen.
Zo gewaardeerd als de kunstenaar tijdens zijn leven was, zo snel raakte Gerard David in de vergetelheid na zijn overlijden in 1523. Vandaag wordt David beschouwd als de laatste grote 15de-eeuwse schilder die door het schildersgilde van Brugge werd voortgebracht. Zijn werk is een terugblik op het traditionele realisme. Het artistieke werk vertoont een duidelijke verwijzing naar zijn modellen. Gerard David combineert het idee van een onopgesmukte weergave van de wereld met een terughoudend gebruik van kleur, waardoor sfeervolle taferelen ontstaan. De kunstenaar schilderde elk voorwerp met een toegewijde aandacht voor detail. Kleine dingen die niet onmiddellijk de aandacht van de kijker trekken, maar een uitnodiging zijn om op ontdekkingsreis te gaan. De kunstenaar, die al op jonge leeftijd in de vergetelheid raakte, wordt nu door kunsthistorici hoog gewaardeerd om zijn technische vaardigheid en zijn talent om zijn werken een mystieke uitdrukking te geven.
David ontwikkelde een speciale band met religie. Slechts in enkele uitzonderingsgevallen ziet de kunstenaar ervan af een religieus thema als motief te gebruiken. Uit zijn oeuvre is slechts een klein aantal werken bekend waarin hij zich toelegde op het portret. Tussen zijn creatieve fase en de waardering van de Oud-Nederlandse schilder ligt een grote tijdspanne. Het is mogelijk dat de kunstenaar werken heeft gemaakt met andere motieven die door oorlogsgeweld en veroudering verloren zijn gegaan. De intensiteit waarmee Gerard David religieuze taferelen schilderde is ongebruikelijk voor de Hollandse Renaissance. Uit het werk spreekt een grote affiniteit met het geloof. Als vermogend kunstenaar steunde hij verschillende religieuze gemeenschappen financieel en leverde hij altaarstukken.
Pagina 1 / 2